Menu
Logo Triplers.nl
  • Home
  • Over
  • In voorbereiding
  • Contact
  • Zoeken
Logo Triplers.nl

Gouds NSB-echtpaar Behling 1939-1944
(deel II)

Geplaatst op 17 juli 2025 | Leestijd: 7 minuten | Geplaatst in Gouda

Met de dood van Kars Behling wordt zijn dossier niet meteen gesloten. Er volgen nog een schorsing, onderzoeken en naoorlogs ontslag. Dat laatste heeft eerst nogal een consequentie voor zijn weduwe. Wat komt er nog in beeld na de bevrijding en welke conclusies zijn te verbinden aan de feiten zoals die nu bekend zijn? Deze laatste blog in de reeks over Behling sluit af met een gedachtenexperiment en vragen die open blijven.

Naar Groningen

Twee dagen na het overlijden van Kars Behling wordt de acte van overlijden opgemaakt bij de Burgerlijke stand van Gouda.
Ans Behling vertrekt voor de begrafenis naar Wedde, de geboorteplaats van haar man in de provincie Groningen. Daar verblijft ze bij haar schoonfamilie en gaat na verloop van tijd bij een ziekenhuis in de regio aan het werk als verpleegster. In de zomer van 1945 verhuist ze naar Rotterdam, waar eigen familie woont.

Burgerlijke stand gemeente Gouda, overlijdensacte Behling,
bron SAMH

Schorsing en ontslag

Dolle Dinsdag op 5 september en de luchtlanding bij Arnhem daarna, leveren niet de verwachte doorbraak op. Toch is het zuiden van Nederland voor een aanzienlijk deel bevrijd en heeft het Nederlandse bestuur het daar weer voor het zeggen.
Vermoedelijk niet bekend met de liquidatie en zijn dood wordt de “foute politieman” Behling op 9 november 1944 geschorst door de Commissaris Militair Gezag van Nijmegen, vooruitlopend op definitieve “zuivering”.
Na de bevrijding starten onderzoeken voor “zuivering” van ambtenaren in het algemeen en politiemensen in het bijzonder. De dossiers Behling laten weinig aan duidelijkheid te wensen over. In februari 1946 wordt hij met terugwerkende kracht ontslagen op de dag voor zijn overlijden. De formele ontslaggrond is “ontrouw”.

Ontslag K Behling, Nederlandsche Staatscourant 21 februari 1946 via delpher

Weduwenpensioen

Het oneervolle ontslag van Behling heeft met name consequenties voor Ans Behling-Dammerman. Ze heeft geen recht op een weduwenpensioen, wordt in augustus 1946 vastgesteld. In een latere fase wordt de rigiditeit van dit besluit ingezien voor vrouwen in een dergelijke situatie en volgt alsnog een pensioen. Mogelijk heeft het laatste een rol bij haar gespeeld om niet weer te trouwen. Hoewel ze vanaf eind jaren veertig zo’n dertig jaar met haar nieuwe partner samenwoont. Het is aannemelijk dat zij -door de zeer hoge leeftijd die zij bereikt- zo’n 60 jaar pensioen ontving.

Nooit geweten

Aan het officiële ontslag van Kars Behling gaat uitgebreid onderzoek vooraf vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarvoor worden ook rapporten opgemaakt door de Goudse politie en de Politieke Recherche Afdeling (PRA) Gouda. Zowel over Kars Behling als zijn vrouw Ans. In december 1946 wordt een proces-verbaal opgemaakt door oud-verzetsman Vrijenhoef voor de PRA met onder andere haar levensloop. Daarin zegt zij over de dood van haar man onder meer dat zij “(…) nooit heeft geweten of dat gelast was van Duitse zijde of omdat hij bij de SD was.”
Dat roept opnieuw de vraag op wie verantwoordelijk was voor zijn dood en wat de motieven waren.

Arie Oudenaarden
(1941/ 1942)
bron beeldbank SAMH
Arij van der Vlies
(1941/ 1942)
bron beeldbank SAMH

Provocateurs

Door het verzet wordt een ongedateerde lijst met gegevens van Nederlanders die innig samenwerken met de Duitsers gepubliceerd. Daarop staan drie Gouwenaren, voorafgaand aan Behling worden Arie Oudenaarden en Arij van der Vlies genoemd. Uit de vermelde feiten is af te leiden dat de lijst is opgesteld in de periode juni 1943 tot oktober 1944. Een naoorlogs rapport van de Politieke Opsporingsdienst Gouda geeft aan dat de publicatie van augustus 1944 is.

“Behling, die thans in dienst is van de Sicherheitspolizei Post Gouda, onder leiding van Oberscharführer Renner, werkte samen met Van der Vlies op politiek terrein. Evenals deze en Oudenaarden is hij betrokken geweest bij de wegvoering van Joden naar Westerbork. Bij deze acties beperkte hij zich tot het weghalen van levensmiddelen.”

Van Oudenaarden wordt gemeld dat hij vertrouwensman van de Sicherheitspolizei te Rotterdam voor Gouda en omgeving is. Hij had de leiding bij het wegvoeren van Joden en woont intussen in het huis van een van zijn slachtoffers. Bovendien komen tientallen personen door zijn toedoen in werk- en concentratiekampen terecht.
Bij Van der Vlies wordt gerefereerd aan zijn zeer matige kwaliteiten als politieman. Ook hij was betrokken bij het wegvoeren van Joden en verrijkte zich door diefstallen. “Wij willen Van der Vlies vragen hoe hij ná dergelijke acties plotseling aan vooroorlogsche costuums kon komen.”

Ondergrondse

Rechercheur Jan Sosef van de Goudse politie spreekt in zijn proces-verbaal kort na de moord op Behling van “een onbekende dader”. In de stijl van een proces-verbaal noemt hij geen mogelijke richtingen waarin die gezocht zou kunnen worden. Dat ligt anders als Sosef in september 1947 wordt ondervraagd over de dood van de Goudse Frits Stolk die op 16 oktober 1944 werd gearresteerd. Dan zegt hij zonder enig voorbehoud “Op dezelfde dag, dat de agent van politie Behling te Gouda door de ondergrondse werd doodgeschoten (…)”.
In juli 1947 wordt in een brief, ondertekend door de burgemeester van Gouda, antwoord gegeven op vragen van de Sectie Krijgsgeschiedenis van het Ministerie van Oorlog. In de categorie “opvallende verzetsdaden” wordt na beschrijving van de aanslag op Behling volstaan met “De dader bleek spoorloos.”
In het uitgebreide chronologische verzetsverslag “Overzicht der werkzaamheden van de O.D.I, O.D. en (N.)B.S. in het District G o u d a.-“ van de hand van MA de Korte komt de liquidatie in het geheel niet voor.

Andere vermeldingen

Ook in de lokale geschiedschrijving Gouda in de Tweede Wereldoorlog en Duizendjaar Gouda wordt de dood van Behling toegeschreven aan het verzet, en wel aan de Ordedienst. Zie daarover de blog Dader en moord op Goudse NSB-politieman (deel 1).
Nog preciezer uit J Raadt zich in Brieven van oma, over zijn familie in oorlogstijd. In een voetnoot vermeldt hij ”Behling was een N.S.B.-agent die op 16 October 1944 door de Goudse Orde Dienst (O.D.) geliquideerd werd.” Deze noot geeft summiere toelichting op de persoon Behling, zonder de herkomst daarvan te noemen.
Kooistra heeft het in zijn Recht op wraak, uit 2009, dat een overzicht biedt van liquidaties in de oorlog, over kogels die afgevuurd zijn door verzetsmensen (meervoud!) in marechaussee-uniform. Ook hier worden geen motieven of daders genoemd.

Gemeente Gouda aan de Sectie Krijgsgeschiedenis,
Ministerie van oorlog (1947)
bron SAMH

Balans

Op basis van de gevonden bronnen en verder getraceerde materiaal kan na de podcast en blogs over Behling een aantal conclusies getrokken worden.

Algemeen

  • vrijwel unaniem wordt aangenomen dat de liquidatie het werk van het verzet was
  • er zijn geen aanwijzingen -laat staan claims- dat het werk of op verzoek van het Goudse verzet was
  • uit wat bekend is over Behling blijkt geen overduidelijk motief dat aan de aanslag ten grondslag zou liggen

Specifieker

  • van de drie foute Goudse politiemannen lijkt Behling het minst fanatiek te zijn geweest, al stond hij onverkort aan de Duitse-zijde in zijn optreden
  • zijn deelname aan het wegvoeren van Goudse Joden en verrijking daarbij door diefstal lag vóór zijn detachering in Den Haag vanaf september 1942
  • in de Haagse periode van Behling tot juni 1943, waarin hij zich vooral bezighield met opsporing van clandestiene slacht, lijkt geen aanleiding voor de aanslag te zijn
  • uit de periode van zijn SD-werk in Gouda en omgeving vanaf juni/ juli 1943 tot zijn dood zijn tal van optredens bekend die grote weerstand opriepen. Zover bekend waren die niet zo ernstig of dreigend dat die bestraffend of preventief tot liquidatie zouden (moeten) leiden
  • de kwalificatie dat Behling “zeer gehaat en zeer gevreesd” was, moet als een meer algemeen naoorlogs beeld geïnterpreteerd worden

Tot slot

  • veel liquidaties zijn ook na de oorlog niet geclaimd door het verzet of verzetslieden
  • in de naoorlogse jaren lag de prioriteit bij opsporing en berechting van Duitsers en foute-Nederlanders
  • naar liquidaties van Duitsers en verraders is doorgaans weinig onderzoek gedaan
Karssien Behling
(1941/ 1942)
bron beeldbank SAMH

Veel vragen

Ondanks het zeer duidelijke signalement is er geen dader getraceerd en ook een claim voor de liquidatie ontbreekt. Er resteren nog vele vragen.
Een concrete -al dan niet lokale- aanleiding, en een actie van het Goudse verzet lijken uitgesloten te zijn. Dan kan in meer hypothetische zin gedacht worden aan een wraakneming in algemenere zin.

Geringe kans

Behling maakte als Nederlander deel uit van de SD en de bevrijding leek aanstaande. Hij was gevlucht naar het Noorden, maar weer terug in Gouda. De dader vroeg heel hard schreeuwend aan Behling of hij was ondergedoken. Was dat om zekerheid te krijgen dat hij niet op zijn verkeerde keuzes was teruggekomen? Behling zei heftig “nee!” op de vraag of hij ondergedoken was, waarna de dader “verrader” zei en schoot.
Ook bij deze gedachtenexercitie blijven vragen als: waarom juist Behing, was er een ander motief en handelde de dader alleen of vanuit een verzetsgroep?
De kans dat de feiten daarover alsnog boven water komen lijkt meer dan 80 jaar na dato zeer gering.

Centrale momenten dienstverband Behling

december 1933 start als agent van politie in Gouda
december 1941 plaatsing bij politieke politie Gouda
september 1942 detachering bij de Recherche Centrale Den Haag,
afdeling bestrijding clandestiene handel
juni 1943 overplaatsing naar SD-post Gouda
medio september 1944 vlucht naar Wedde
begin oktober terugkeer Behlings in Gouda
16 en 17 oktober aanslag resp overlijden Behling
november formele schorsing als ambtenaar
februari 1946 formeel ontslag per ontslag 16 oktober 1944

Voorgaande blogs over Behling:

  • Podcast Moord op politieman Gouda 1944 (deel I)
  • Podcast Moord op politieman Gouda 1944 (deel II)
  • Dader en moord op Goudse NSB-politieman (deel I)
  • Dader en moord op Goudse NSB-politieman (deel II)
  • Gouds NSB-echtpaar Behling 1939-1944 (deel I)

Bronnen

Dam, MJ van, Gouda in de Tweede Wereldoorlog (2006), 2h
Kompagnie,JH, De Schrik van Gouda – Het Optreden van SD’er Han Balvert in Midden-Holland (2009)
Kooistra, Recht op wraak, Liquidaties in Nederland 1940-1945 (2009)
Raadt, JA de, Brieven van oma – Hoe mijn ouders en grootouders de Tweede Wereldoorlog (…) doorkwamen, deel II (2020)
Wal, R van der, in: Duizend jaar Gouda – Een stadsgeschiedenis onder redactie van PHAM Abels ea (2002)

Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Nationaal Archief, Den Haag

  • 2.04.67, Binnenlandse Zaken, Zuivering ambtenaren
  • 2.09.09, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging
  • 2.09.54, Binnenlandse Zaken, Zuivering politie

Streekarchief Midden-Holland, Gouda

  • 0057, archief gemeente Gouda, 1921-1945
  • 0060, archief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van Gouda, 1811-1972
  • 0196, collectie oorlogsdocumentatie, 1933-195
  • 0346, archief van de commissaris van politie (gemeentepolitie) te Gouda
  • 0520, archief van de gemeente Gouda, 1946-1975

SAMH, adresboeken Gouda, beeldbank, kranten, personen

Homepage: Schorsing K Behling
Nijmeegsch Dagblad 24 november 1944,
via delpher

Email notifications

To receive an email notification as soon as new articles are published, please enter your email address below. You have the option to unsubscribe at any moment.

Gerelateerde artikelen

  • Podcast Hendrikus F Haak, de bezetter te slim af
  • Podcast Moeder en zoon Hoonhout, koninginnedag 1942
  • Podcast Anthony v Vliet, verkeerde plaats en tijd
©2025 Logo Triplers.nl, alle rechten voorbehouden. Privacybeleid.