Het begon in de Hanzestad Kampen, in de zomer van 1968 met “Reis door de nacht” van Anne de Vries. Dat is met 604 pagina’s een forse pil voor een tienjarige, maar het was “leuk” en vaak spannend. Het zou een verjaardagcadeau met impact blijken te zijn. Na De Vries volgde K. Norel met zijn trilogieën: Engelandvaarders, Varen en vechten en Vliegers in het vuur. Enkele jaren daarna verschoof de belangstelling van oorlogsromans voor jongens naar historische oorlogsboeken.
Aan het begin van interesse in geschiedenis is traceerbaar bijgedragen met de lessen vaderlandse geschiedenis in de derde klas van de lagere school. Ik zie me nog zitten in het laatste lokaal aan het einde van de gang rechts. Luisteren en kijken naar meester Mooibroek, die met de raamstok in de aanslag bij de klasdeur voordeed hoe de watergeuzen de deur van een poort ramden om een stad in te nemen. Geheel in de stijl van die jaren werd op tijd ingehouden, zodat er geen schade aan de lokaaldeur ontstond.
In datzelfde lokaal verrichtte ik drie jaar later vanaf 19.00 uur met een paar klasgenoten hand- en spandienst bij met het tellen van stemmen in maart van de Provinciale Statenverkiezing en in juni van de Gemeenteraadsverkiezing. Ligt daar het begin van de belangstelling voor politiek, staatsrecht en parlementaire geschiedenis?
In de decennia die volgden breidden de mogelijkheden tot verdieping in de geschiedenis van de tweede wereldoorlog zich uit van boeken naar documentaires, musea, gedenkplaatsen, films etc. Daar is de laatste jaren het doen van zelfstandig onderzoek bijgekomen.
Aangezet door enkele summiere vondsten in het familiearchief over het Distributiekantoor van de gemeente Ten Boer (Groningen) uit de oorlogsjaren, herinnerde ik me het mondeling overgedragen verhaal dat er ooit een overval op dat distributiekantoor gepleegd was. Een zoektocht onder andere op internet en in bibliotheken leverde geen beschrijving van deze geschiedenis op. Dat inspireerde om zelf op onderzoek uit te gaan en puzzelstukjes te vinden die samen tot het verhaal van de overval zouden leiden. Dat is gelukt. Het maken van de reconstructie op basis van uitvoerig archiefonderzoek was even intrigerend als tijdsintensief.
Het vormde de start van een reeks onderzoeksprojecten. Alle met het doel niet-beschreven voorvallen en geschiedenissen alsnog in beeld te krijgen. Geen verhalen als in een spannend jongensboek en uit de losse pols, maar gedragen door feiten en aantoonbaar in bronnen. Daarmee komen onbekend geraakte of gebleven gebeurtenissen beschikbaar voor familieleden van betrokkenen en een breder publiek. Minstens zo’n belangrijke drijfveer is dat personen weer “een gezicht” hebben, die daarmee vaak voor het eerst of opnieuw een nagedachtenis en eerbetoon krijgen voor hun inzet en bijdrage aan het verzet in Nederland, de strijd voor vrijheid, in de jaren 1940-1945.
Peter Beukema
Triplers.nl publiceert resultaten van research&reconstructie gpab