Enkele maanden na de komst van Ten Haaf als chef-machinist en smidsbaas op Dennenoord eind 1930, wordt Arnold van Weringh “in losse dienst” aangenomen als smidsknecht. Hiërarchische verhoudingen zijn bij de psychiatrische inrichting -ook in lijn met die tijd- van belang en overduidelijk. Begin jaren dertig bestaat de smederij uit twee personen en breidt in een jaar of tien uit tot zeven medewerkers. Van Weringh is de “tweede man” op de afdeling. Na het verblijf van Ten Haaf in het Huis van Bewaring in Groningen en het Oranjehotel in Scheveningen -de tijd dat Van Weringh de honneurs voor hem op de afdeling van Dennenoord waarneemt- lijken de verhoudingen te veranderen. Niet zo zeer binnen het werk, maar vooral door de rol in het verzet van Van Weringh.
Een enkele foto
De felicitatie- en bedankadvertentie van de onderduikers voor de Ten Haafs in Oostermoer-Noordenveld van zaterdag 12 mei 1945 lijkt de aanleiding voor de krant om bij hen op bezoek te gaan op Dennenoord. Dit is behoorlijk groot nieuws en een interview waard: tientallen mannen die bij de familie Ten Haaf op het terrein van de psychiatrische inrichting als onderduiker bescherming en verzorging hebben gehad.
De verslaggever komt van een koude kermis thuis als hij langsgaat en hoort dat Ten Haaf niets wil weten van een vraaggesprek. Zij hebben niet meer dan hun plicht gedaan, zoals vele anderen, van wie sommigen zelfs hun leven gaven. Voor dit moment niet meer dan een paar foto’s, waarbij zij zelf niet in beeld komen, en misschien later een gesprek. De geschiedenis wijst uit dat het daar niet meer van gekomen is.
Willem ten Haaf bron Lentis Erfgoed
Uren gekeuveld
Een heel andere ervaring doet de verslaggever op voor een artikel dat hij schrijft onder de kop “Iets over het O.D.-werk.” Op pagina drie van de vier bladzijden tellende krant van 19 mei na enkele inleidende alinea’s:
Oostermoer-Noordenveld 19 mei 1945
Tal van onderwerpen en ervaringen van Van Weringh passeren in het krantenverslag de revue met onder meer:
regelen en verspreiden van bonkaarten
verbergen op Dennenoord van de bij drukkerij Hoitsma in Groningen op 17 mei 1944 buitgemaakte bonkaarten
huiszoeking bij afwezigheid van Van Weringh; zijn vrouw wordt onder druk gezet en mishandeld, maar vertelt niets
overhalen van jongeren die zich aanvankelijk voor Duitse dienst opgeven om onder te duiken
onderdak verzorgen voor joodse onderduikers
verbergen begin 1945 van gedropte wapens op Dennenoord
Geessien van Weringh- de Gries bron Lentis Erfgoed
bron Lentis Erfgoedbron Nieuwe Provinciale Groninger courant, 6 mei 1933 (via delpher)
Profiel
Arnoldus van Weringh is zoon van de gereformeerde Jacobus van Weringh en Aaltje Alberts en is geboren op 21 juni 1905 in Onstwedde.
Na de lagere school volgt hij 3 jaar MULO en de zeevaartschool.
Daarna wordt hij machinist op de grote vaart (o.a. Brazilië, Mexico en West-Indië).
In 1927 volgt zijn dienstplicht bij de Infanterie, met legernummer 06.06.21.000.
Bij zijn keuring wordt als lengte 1m 70 genoteerd.
In hetzelfde jaar wordt hij bevorderd tot korporaal en daarna tot sergeant.
Als hij met “groot verlof” is, wordt hij op 11 mei 1931 “werkman in losse dienst” bij de Stichting Dennenoord in Zuidlaren.
Op 30 mei 1933 trouwt hij met Geessien de Gries. Zij is op 11 maart 1909 in Borger geboren en is onderwijzeres.
Arnold komt als smidsknecht in vaste dienst van Dennenoord op 18 februari 1934, waar hij personeelsnummer 1250a krijgt.
Geessien en Arnold krijgen in de jaren 1934-1942 drie zoons en een dochter.
Op 25 augustus 1939 moet hij in verband met de mobilisatie weer in het leger tot 25 mei 1940, wanneer hij na de capitulatie terugkeert naar huis.
In augustus/ september 1942 wordt hij door burgemeester Roukema geleidelijk betrokken bij de Ordedienst. “Eerst organisatorisch, later ook daadwerkelijk”, zoals zijn vrouw het in juli 1946 omschrijft.
Schuilplaatsen
In het gesprek met de journalist medio mei 1945 noemt Van Weringh ook de aanwezigheid van grote en kleinere schuilplaatsen voor onderduikers op Dennenoord die voor honderden hun behoud betekende. Honderden lijkt daarbij met de kennis van nu wel een erg royale schatting. De grootste opvang van onderduikers op Dennenoord vindt plaats bij de Ten Haafs. Dat de naam Ten Haaf in het artikel niet wordt genoemd verbaast. Ten Haaf is de chef Van Weringh, ze wonen tegenover elkaar, zijn lid van dezelfde kerkelijke gemeente en vooral: ze streden tegen dezelfde Duitse overheerser. Misschien moet dit gezien worden als een eerste publieke uiting van de vervreemding tussen beiden. Anders dan Ten Haaf worden burgemeester Roukema, verplegers, verpleegsters en Dennenoord-arts Speelman wel expliciet genoemd in het verhaal van Van Weringh.
Voor het artikel wordt afgesloten met een beangstigend oorlogsvoorval -waarin zonder dat zijn naam valt burgemeester Roukema figureert- schrijft de verslaggever dat het ondoenlijk is alles is na te gaan en alle namen van de buitengewoon goede vaderlanders te noemen; er zouden dan ook zeker velen vergeten worden. De journalist besluit met:
“Zij allen te samen verdienen echter onze grooten dank. Wij kunnen trots op hen zijn.”
Oostermoer-Noordenveld 19 mei 1945
Tot augustus 1942
Op basis van uit primaire bronnen te achterhalen gegevens worden de hoofdlijnen in de ontwikkeling van het verzetswerk en de verhouding tot Ten Haaf zichtbaar.
Van Weringh is vanaf eind augustus 1939 gemobiliseerd en niet aan het werk op Dennenoord tot zijn terugkeer eind mei, na de capitulatie. Zijn afkeer tegen de Duitse bezetter is zoals bij vele Nederlanders groot, maar vanuit zijn aard is er drang om het daar niet bij te laten. Aanvankelijk houdt hij zich bezig met het overtypen van tegen de Duitsers gerichte geschriften. In 1942 vraagt Ten Haaf hem, kort na de komst van de drie joodse onderduikjongeren, om-de-dag voor de warme maaltijd voor hen te zorgen, waarin hij bewilligt. Bij het eerste georganiseerde verzet in Zuidlaren, onder leiding van Taeke de Jong en Willem ten Haaf, is hij niet betrokken. Dat waren oud-leden van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, waarvan Van Weringh geen deel uit maakte. En kennelijk was er toen ook geen aanleiding hem daar voor te vragen.
Taeke de Jong, ca 1940 bron Een aantal gebeurtenissen
Verbindingsman
Na de arrestatie van Ten Haaf, bij het overhaaste vertrek van De Jong vanaf Dennenoord in verband met zijn dreigende arrestatie, wordt Van Weringh door De Jong geïnformeerd. Van Weringh wordt in de dagen en weken die volgen de verbindingsman voor de dan ondergedoken De Jong. Op zijn verzoek neemt hij contact op met JH Roukema, de burgemeester van Zuidlaren. Met hem heeft het prille verzet van De Jong en Ten Haaf sinds een aantal maanden contact. Zo raakt Van Weringh geleidelijk en -zoals veel vaker in het verzet- door omstandigheden en een concreet verzoek waaruit andere voortvloeien, betrokken in het ondergrondse werk.
Ten Haaf weer vrij
Bij de terugkeer van Ten Haaf uit het Oranjehotel in Scheveningen -na zijn arrestatie in verband met het vermoeden van betrokkenheid bij jodenhulp- uit Van Weringh zijn twijfels over de wijze waarop Ten Haaf is vrijgekomen. Van Weringh heeft een theorie en vermoeden dat dat door bemiddeling van een van de plaatselijke NSB-ers is geweest. Daarvoor zijn -ook na de oorlog- in het geheel geen bewijzen. Maar ook in een interview in de jaren tachtig van de vorige eeuw, ruim veertig jaar na dato, spreekt hij nog uit dat dat waarschijnlijk wel invloed heeft gehad.
Bij zo’n vermoeden in de oorlog leidt dat al snel tot verandering in de verhoudingen en vertrouwen.
Van Weringh zet zijn verzetswerk voort en onderneemt steeds meer. Ten Haaf is na zijn kleine drie maanden gevangenschap zeer op zijn hoede en probeert zoveel mogelijk uit zicht te blijven. Dat Van Weringh via De Jong verneemt van een geldvraag rond de opvang van de joodse jongeren maakt het onderlinge vertrouwen niet beter.
Cel Oranjehotel, Scheveningen foto eigen collectie
Onderduikhelpers
Als nog eens drie maanden later de oudste zoon Ten Haaf en drie schoolgenoten op Dennenoord onderduiken omdat voor hen gevaar dreigt, breekt een nieuwe fase aan. Na de eerste vier onderduikers volgen er steeds meer, al dan niet voor langere tijd. Daarmee komen Ten Haaf en zijn vrouw tot over hun oren in de hulp aan onderduikers te zitten.
Ten Haaf en Van Weringh hebben door het werk en tegenover elkaar wonen veel contact, maar lijken in verzetsaangelegenheden weinig met elkaar op te trekken. Van Weringh wordt geleidelijk ook actiever in de regio Zuidlaren, en daar buiten ook in enkele andere plaatsen in de provincies Drenthe en Groningen. Een van zijn activiteiten betreft distributie van het illegale Trouw naar plaatsen en personen die voor verdere verspreiding zorg dragen. Tussen de particuliere ontvangers van het verzetsblad Trouw op Dennenoord -op een na de oorlog door hem gereconstrueerde lijst- staat onder anderen “ten H” voor twee exemplaren vermeld.
Actieve figuur
Van Weringh doet in de ondergrondse strijd wat op zijn weg komt en van het een komt nogal eens het ander. Daarbij gaat hij vaak voortvarend te werk. Dat lijkt te passen bij zijn ondernemende aard. Ook Simon Schoon de plaatselijk commandant van het verzet in naburige Vries concludeert “Een zeer actieve figuur, die Arnold.” De ondergrondse in Vries onderhoudt contact met hem en burgemeester Roukema. Omstreeks september 1942 is Roukema districtscommandant van de Ordedienst geworden. Gemeenteambtenaar Holstein is plaatselijk commandant van Zuidlaren.
Van Weringh is bij tal activiteiten betrokken vanuit de verzetscel Dennenoord.
Welke voorvallen en ontwikkelingen beïnvloeden de verhouding tussen Ten Haaf en Van Weringh nog meer tijdens de oorlog en de jaren daarna. En in het verlengde daarvan: welke effecten heeft de rol en positie van Van Weringh op zijn aanzien en positie? Stof voor een volgende blog.
Bronnen
Buma, TJ, Zuidlaren in oorlogstijd, 1940-1945 (1992) Jong, Bote de, Een aantal gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) in Zuidlaren – Mijn vader en anderen in de schijnwerpers (1995) Reus-ten Haaf, Adriana M de, Twilight Ramblings, [2012] (niet gepubliceerd) Schoon, S, De knokploeg Noord-Drenthe (1970)
Archief Dennenoord, Lentis, Zuidlaren Drents Archief, Assen Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher Lentis Erfgoed, Zuidlaren Ministerie van Defensie, SIB, Kerkrade Nationaal Archief, Den Haag NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Oostermoer-Noordenveld, Zuidlaren, mei 1945
lentiserfgoed.nl
Homepage: afbeelding Gemeentewapen Zuidlaren in kop Oostermoer-Noordenveld op 19 mei 1945
Email notifications
To receive an email notification as soon as new articles are published, please enter your email address below. You have the option to unsubscribe at any moment.