In de zomer van 1949 staat in Strijen -zuidwest van Dordrecht- een smederij ter overname. De 51-jarige eigenaar CC van Roon, die in 1936 zijn vader in de zaak opvolgde, is van plan om te emigreren. De smederij annex kleinhandel in kachels, haarden en landbouwwerktuigen wordt in maart 1949 nog uitgebreid met een kleinhandel in ijzerwaren. Familie uit de regio attendeert Ten Haaf op deze mogelijkheid. De koop wordt beklonken; hij moet immers wat nu zijn betrekking op Dennenoord verleden tijd is. Registratie van de overname per 1 oktober 1949 door Ten Haaf -voor eigen rekening en onder eigen naam- in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Dordrecht vindt pas in mei 1950 plaats. De kleinhandel in kachels en haarden als bedrijfsactiviteit van Kars van Roon wordt niet voortgezet.
Startende onderneming
Vol goede moed wordt in de smederij aan de slag gegaan. Aan werk is kennelijk geen gebrek, want al in de maand na de komst in Strijen wordt per advertentie “een smidsknecht bekend met constructiewerk en elektrisch lassen” gevraagd. De oproep wordt gedaan met de vermelding “hoog loon”. De advertentieafdeling van het Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard vermeldt als naam abusievelijk W.M. den Haan.
In de werkplaats wordt soms een werkwijze toegepast die niet gebruikelijk is in Strijen. Daarom besluiten sommige klanten naar een van de drie andere smeden in het dorp te gaan. Zakelijke relaties die Ten Haaf met zijn inwonende moeder en nog steeds grote gezin -al zijn niet alle kinderen meer thuiswonend- eigenlijk niet kan missen. Daarnaast worden door klanten geleidelijk meer reparaties in eigen beheer uitgevoerd, waarvoor eerder naar de smid werd gegaan.
Pensioenrechten
Naast het onderzoek door de rijkspolitie in Zuidlaren en aansluitend door het openbaar ministerie in Assen loopt ook de discussie tussen Dennenoord en advocaat Hummelen over de datum van beëindiging van het dienstverband en over pensioenrechten. Op de personeelskaart van Ten Haaf staat als ontslagdatum 22 juni 1949. Vermeld wordt dat hij naar de “Maatschappij” is gegaan; een aanduiding die niet meer wil zeggen dan dat hij niet langer bij Dennenoord in dienst is. In het personeelsmutatieboek staat bij de periode 19 t/m 30-06-1949:
1217 WM ten Haaf Chef Machinist 22 besluit SB
Daarbij is 1217 zijn personeelsnummer, 22 de datum van vertrek in juni en staat SB voor stichtingsbestuur. De administratieve vastlegging bij Dennenoord is voortvarend, zonder een eventueel beroep tegen het ontslag af te wachten. Het duurt tot 29 september 1949 voor het centraal bestuur een beslissing neemt en het ingestelde beroep ongegrond verklaart. Onzeker is waarom het centraal bestuur in tegenstelling tot het steeds gevoerde beleid bij onvrijwillig ontslag toch wil nadenken over behoud van de pensioenrechten door Ten Haaf. Mogelijk hangt dat samen met een meer algemene herziening van de pensioenregeling voor het personeel, waarbij voortaan pensioenrechten behouden blijven, ongeacht de reden van beëindiging van het dienstverband. Eind oktober wordt in de vergadering van het stichtingsbestuur meegedeeld dat aan Hummelen is geantwoord dat nog nagedacht wordt over pensioenuitbetaling te zijner tijd. Daarbij lijkt tijd winnen een rol te spelen tot politieonderzoek en rechtszaak gewenste duidelijkheid verschaffen over de beschuldigingen aan het adres van Ten Haaf, waarbij het centraal bestuur en het stichtingsbestuur kennelijk denken sterk te staan.
Dienstwoningen
Diverse personeelsleden van Dennenoord wonen op het uitgestrekte terrein in dienstwoningen. En onder andere het vertrek uit de smidswoning E 29 leidt tot een herschikking in de huisvesting. Een onderwerp dat ook op de bestuurstafel ligt. Heel snel gaat dat allemaal niet want eind oktober lijkt administrateur Van Eerden naar E 29 te zullen gaan. Maar medio december blijkt dat Van Weringh, die kort daarvoor van 2e machinist chef-monteur is geworden, het huis heeft betrokken. Van Weringh woonde een lange reeks van jaren tegenover woning E 29 met de familie Ten Haaf. Zijn verblijf in het leger vanaf vlak na de bevrijding en vertrek naar Indië had verhuizing van zijn gezin naar de Zeegserweg, op een kleine twee kilometer afstand gelegen tot gevolg. In maart 1949 keert Van Weringh terug bij zijn werkgever en komt hij met zijn gezin ook weer op het terrein van de psychiatrische instelling wonen.
Arrest Leeuwarden
Dan duurt het tot 15 januari 1951 voordat de naam van Ten Haaf weer opduikt in de notulen van het stichtingsbestuur:
“4.h. Enkele mededelingen worden gedaan over de behandeling van de zaak van ten Haaf, de ontslagen chef-machinist, bij het Gerechtshof te Leeuwarden op Donderdag 11 Januari j.l.”
Het stichtingsbestuur en centraal bestuur worden elk in hun vergadering van 26 februari 1951 geconfronteerd met de brief van Hummelen, geschreven na en in reactie op de vrijspraak van Ten Haaf in hoger beroep. In de notulen van het centraal bestuur wordt van de bespreking opgenomen:
“19 ingekomen is een schrijven van Mr. Hummelen van Groningen over de ontslagverlening aan W.M. ten Haaf, oud-Chef-Machinist.
Dit schrijven zal worden beantwoord, waarbij er op gewezen zal worden, dat financiële tegemoetkoming (vgl. het schrijven van het C.B. aan Mr. Hummelen van 5 Oct. ’49) niet bij voorbaat uitgesloten moet worden geacht. Tevens zal worden geïnformeerd naar de gronden, waarop berust de vrijspraak, zowel te Assen, als in hoger beroep te Leeuwarden.”
Op 2 april 1951 hoort het stichtingsbestuur de inhoud van de antwoordbrief die de secretaris aan advocaat Hummelen heeft gestuurd. In samenhang daarmee wordt de aanstaande wijziging van het pensioenreglement besproken. Daar lijkt ruimte te ontstaan, maar de pensioenleeftijd is 65 jaar en dat duurt nog 10 jaar voor Ten Haaf.
Raadselachtige omslag
Je wrijft je ogen uit als je de volgende bestuursnotulen van 7 mei 1951 uit Zuidlaren leest, maar het staat er echt bij agendapunt acht “De kwestie Ten Haaf wordt besproken”:
“Voorgesteld wordt, gezien zijn zeer moeilijke omstandigheden, hem voor dit jaar een uitkering te verlenen van f 750.-. Deze uitkering zal ieder jaar opnieuw moeten worden bekeken.”
Als uit het niets komt de steunverlening naar voren. Er wordt niet gerefereerd aan contact met of een verzoek van de advocaat. Lopen er directe contacten tussen Ten Haaf en Dennenoord? Hoe weten ze van zijn zakelijke en financiële situatie nu hij al ruim anderhalf jaar op grote afstand een zelfstandige onderneming runt? En dan de hoogte van de voorgestelde uitkering. Die bedraagt 25% van zijn laatste volledige jaarsalaris in 1948, en komt dus overeen met drie maandlonen. Welke voorgeschiedenis en omslag in houding en benadering aan dit voorstel ten grondslag ligt blijft een raadsel. Speculaties bieden vanzelfsprekend geen enkele zekerheid.
Weerstand centraal bestuur
Voor besluitvorming komt het onderwerp steunverlening eind juni bij het centraal bestuur ter tafel. Daar wordt met grote verwondering gereageerd, waarbij de voorgeschiedenis vanuit Dennenoord-perspectief wordt opgehaald. Retorisch wordt genotuleerd:
“Waar moet het heen, wanneer wij thans aan een dergelijk iemand een uitkering zouden gaan doen?”
Ter vergadering wordt nog een compromis ingebracht waarbij de uitkering aan Ten Haaf als vervroegde pensioenuitkering wordt gefinancierd. Maar ook daartegen heeft het centraal bestuur gegronde bezwaren en verwijst het onderwerp terug naar het bestuur van Dennenoord.
Tijdlijn contacten periode Strijen tot en met juni 1951
01-10-1949 overname smederij Strijen 05-10-1949 pensioenbetaling wordt niet uitgesloten 25-01-1951 arrest gerechtshof Leeuwarden: bevestiging vrijspraak 26-02-1951 antwoord op brief advocaat Hummelen: herhaling dat pensioenbetaling niet wordt uitgesloten;
navraag gronden vrijspraak02-04-1951 stichtingsbestuur overlegt over wijziging pensioenreglement 07-05-1951 voorstel stichtingsbestuur uitkering f 750,-, jaarlijks opnieuw te bezien 29-06-1951 afwijzing steunverlening door centraal bestuur; voorstel terug naar stichtingsbestuur
Bronnen
Reus-ten Haaf, Adriana M de, Twilight Ramblings, [2012] (niet gepubliceerd)
Schuurmans, Rense, Groeten uit Dennenoord, 2009
Archief Dennenoord, Lentis, Zuidlaren
Drents Archief, Assen
HDC VU, Protestants Erfgoed, Amsterdam
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Delpher
Museum “Het Land van Strijen”
Nationaal Archief, Den Haag
Oudheidkundige Vereniging “Het land van Strijen”
erfgoedlentis.nl
hetlandvanstrijen.com
Achtergrond
Personeelsbezetting smederij
In 1930 werken er een smidsbaas en een smidsknecht op Dennenoord. De smidsbaas is in dienst tot eind oktober en wordt in november opgevolgd door Ten Haaf, die daarvoor chef techniek bij een fabriek is. In verband met de uitbreiding van de taken en werkzaamheden wordt hij chef-machinist. In de jaren die volgen neemt het aantal werknemers bij de smederij toe. Van Weringh is de eerste die de smederij komt versterken. Hij is vanaf 11 mei 1931 eerst los werkman en met ingang van 18 februari 1934 in vaste dienst.
In de jaren veertig zijn er naast de chef-machinist twee monteurs, een stoker, een stoker-arbeider en twee smidsknechten; zeven man in totaal. Daarnaast is er een vergelijkbaar aantal patiënten dat op therapeutische basis vooral hand en spandiensten verricht, zoals dat ook bij andere eigen bedrijven op Dennenoord het geval is.
Achtergrond
Wrijving in samenwerking
In februari 1944 rapporteert de bouwkundig-adviseur aan het centraal bestuur dat de bouwkundig opzichter en chef-machinist van Dennenoord onvoldoende samenwerken. Hij adviseert Ten Haaf ondergeschikt te maken aan de opzichter.
Op 4 maart 1946 spreekt het stichtingsbestuur van Dennenoord met Ten Haaf en timmerman SK Harenberg over de minder prettige verhouding die tussen beide bestaat.
Eind 1948 spreekt het stichtingsbestuur van Dennenoord uit dat voor de chef-machinist ontslag volgt als een nieuw verzuim blijkt. De geneesheer-directeur meldt het bestuur in januari 1949 dat hij het gedrag van de chef-machinist met hem besproken heeft en dat schriftelijk aan Ten Haaf zal bevestigen.
In de februari-vergadering van 1949 wordt voorgesteld Ten Haaf alleen nog de zorg op te dragen voor de installaties. Van Weringh -die teruggekeerd is uit Indië, maar zijn werk op Dennenoord nog niet heeft hervat- kan dan smidsbaas worden onder timerman-opzichter Harenberg.
Eind mei 1949 volgt de schorsing van Ten Haaf en in juni zijn ontslag.
Over al deze verwikkelingen is steeds zeer beknopt genotuleerd, waardoor niet bekend is wat de aanleiding en inhoud is. In de “korte notulen”, zoals het stichtingsbestuur ze noemt, wordt niet gesproken over in de oorlog door Ten Haaf in opdracht verborgen en later niet teruggevonden of verdwenen metaal. Dat speelt wel een belangrijke rol in de verhalen zoals die in de familie bekend zijn en zo’n zestig jaar na dato beschreven zijn door dochter Anny de Reus-ten Haaf in haar Twilight Ramblings.