Het is koud in Amersfoort midden december 1942 als Dick Peters met vele anderen in Kamp Amersfoort arriveert. Na ruim een week zet de vorst in. De verplichte kampkleding biedt te weinig warmte en ook de omstandigheden van voeding en huisvesting zijn slecht. De kerstdagen zijn aanstaande en mede-Gouwenaar Van Royen ligt in de ziekenbarak en is er slecht aan toe. Kerst wordt gevierd met een eenvoudige kerkdienst in kleine groepen in de barakken met een dominee of pater. Het verblijf in Amersfoort is met vier weken van korte duur voor Peters en luidt het begin in van kampleven dat in negatieve zin nogal afwijkt van wat hij in de gevangenis in Scheveningen gewend was. Tussen kerst en oud en nieuw op 29 december bezwijkt oud-kolonel Van Royen aan uitputting. Eerder die dag is een dertigtal medegevangenen geëxecuteerd op de Leusderheide. Joden hebben het extra zwaar door pesterijen en mishandelingen. Over het heersende regime maakt niemand zich illusies.

(bron NA)
Vught
De onderkomens in Kamp Amersfoort zijn overvol en de Duitsers willen het kamp fors uitbreiden met nieuwe barakken. In Vught is een nieuw kamp gebouwd en daar gaan de gevangenen uit Amersfoort in etappes naartoe. De Nederlanders hebben het vooral over Vught, terwijl de Duitsers de officiële naam “Konzentrationslager Herzogenbusch” gebruiken. Het op zo’n zes kilometer van ’s-Hertogenbosch gelegen kamp is het enige SS-concentratiekamp in Nederland.
Op woensdag 13 januari, vier weken na aankomst in Amersfoort, vertrekt een eerste groep met de dertigjarige Peters en ongeveer 250 andere gevangenen naar Vught. Lopend onder veel geschreeuw en slaag naar station Amersfoort, met de trein naar Vught en dan weer lopend naar Kamp Vught. Het is de dag waarop Kamp Vught in gebruik genomen wordt, hoewel de werkzaamheden daar nog lang niet zijn afgerond. Veel kozijnen zijn nog zonder glas, bouwwerkzaamheden zijn nog niet afgerond en ook tal van voorzieningen zijn nog niet op orde. In deze beginfase van aankomst in Vught behouden de gevangenen hun Amersfoortse kampnummer en dus blijft Peters gevangene nummer 258. Ook De Langen, met wie Peters in Amersfoort nauw optrekt, gaat in hetzelfde transport mee. Het lukt hen niet om in Vught opnieuw bij elkaar in de buurt te blijven. Nieuwenhuisen blijft nog bijna twee maanden in Amersfoort voor hij weer in hetzelfde kamp komt als de beide andere Gouwenaars.

(foto eigen collectie)
Buitencommando’s
Het kampleven is hard en de bewaking met Duitse militairen en criminelen maken het leven vaak tot een hel. Appèls duren lang en zijn zwaar. Gevangen worden mishandeld en gedood. Joden moeten het in het bijzonder ontgelden. In die situatie proberen gevangen baantjes te krijgen waarbij ze wat in de luwte blijven. Dick Peters probeert ook op die manier onder de grootste ellende uit te komen. Hij heeft een redelijk contact met de voor kampbegrippen opmerkelijk milde Duitse kampoudste Karl Lennertz. Zulke contacten helpen. Al wordt Lennertz na enige tijd uit zijn functie gezet en vervangen door “Jan de Knuppelaar” die vele malen harder en groffer optreedt.
In de eerste maanden wordt de opbouw van het kamp voltooid en daarna blijven de omstandigheden beroerd, maar wel minder erg dan daarvoor. Het aantal gevangenen loopt op tot boven de 30.000. De gevangenen mogen af en toe naar huis schrijven en brieven ontvangen. Ook is het toegestaan pakketten met levensmiddelen te ontvangen, al zijn die vaak deels geplunderd voor ze de geadresseerden bereiken. Zaterdags is er luizeninspectie, eenmaal per week wordt er gebaad en een ruwe knipbeurt met een tondeuse staat een keer per maand op het programma.
Een deel van de gevangen wordt tewerkgesteld in buitencommando’s. Peters gaat daarvoor naar Roosendaal en Moerdijk, waar tankgrachten gegraven moeten worden. In Moerdijk krijgen ze onderdak in scheepsbarakken en in Roosendaal in het gebouw van de Landbouwwinterschool.

(bron Brabants erfgoed)
Transport
Op 26 mei 1944 gaat een groot transport van Vught naar Dachau. Na een treinreis van twee dagen komt Peters met een koffertje aan in concentratiekamp Dachau, waar hij kampnummer 68614 krijgt. Zijn bezittingen worden nauwkeurig geregistreerd. Acht kledingstukken worden genoteerd; het enige waarvan hij meer dan een stuk heeft is een onderbroek. Verder bezit hij een horloge, een zegel- en een trouwring, twee potloden en een vulpen die hij ook alle meteen moet afgegeven.
In Dachau volgt eerst een periode van quarantaine. Het is geen werkkamp, wat de omstandigheden nog zwaarder zou maken. Na verloop van tijd raakt bekend dat er een invasie heeft plaatsgevonden in Frankrijk. Dat geeft hoop, maar op korte termijn nog geen uitkomst.
Kamppolitie
Met zijn politie-achtergrond raakt Peters, zeer waarschijnlijk ook al in Vught, betrokken bij ordebewaking. Vaak maken de Duitsers gebruik van gevangenen voor handhaving van de orde uit noodzaak èn volgens het “verdeel-en-heers-principe”. Gevangenen in zo’n positie genieten enige vrijheid en hebben daardoor enige voordelen, bijvoorbeeld op het gebied van eten en leefomstandigheden. Dat hij zeer uitzonderlijk op 31 januari 1945 een pakket ontvangt in Dachau in Block 44 waar hij dan verblijft lijkt ook terug te voeren op zijn niet-doorsnee positie. Gevangenen die ordebewakers zijn kunnen ze soms wat betekenen voor andere gevangenen, al ontkomen ze er niet aan ook verlengstuk van de Duitsers te zijn en is ook Peters getuige van gruwelijkheden.
Op 21 februari 1945 -Peters is dan al negen maanden in Dachau- doet hij een verzoek aan Herrn Schutzhaftlagerführer om zijn polshorloge dat bij aankomst is ingenomen te mogen ontvangen. Hij schrijft dat dringend nodig te hebben bij zijn dienst voor de kamppolitie. Het verzoek wordt na twee weken ingewilligd.

(foto Byggarn, Depositphotos)
Rond de bevrijding
Als de geallieerde troepen in april 1945 Dachau steeds dichter naderen, wordt er buiten medeweten van de Duitsers om gewerkt aan een organisatie van gevangenen om chaos, diefstallen en plunderingen te voorkomen als de Duitsers vertrokken en de bevrijders nog niet gearriveerd zijn. Peters draagt daarin bij en gedurende ongeveer een week eind april, begin mei is hij een van de leidende personen.
De bevrijding zelf is op zondag 29 april. Veel overlevenden uit Dachau vermelden later tot op de minuut nauwkeurig wanneer zij bevrijd worden. Voor de 32-jarige Dick Peters is dat 17.28 uur.
Goejanverwelledijk
Alle bevrijde gevangenen willen zo snel mogelijk naar huis en wachten op een goede gelegenheid daarvoor. Veel landen organiseren een terugreis voor landgenoten in concentratiekampen. Nederland is passief en veel Nederlanders kunnen pas na een aantal weken vertrekken door particuliere initiatieven. Peters wacht dat moment niet af, maar onderneemt zelf actie voor de terugkeer naar Gouda. Op 5 mei wordt geregistreerd dat hij zijn ringen, potloden en vulpen terugontvangt. Niet lang daarna vertrekt hij op eigen gelegenheid, zoals geestelijke Van Gestel uit Maastricht later aan het Nederlandse Rode Kruis meldt. De reis verloopt traag voor vele terugkerenden door de oorlogsverwoestingen en het ontbreken van goed vervoer.
Op 4 juni schrijft de hoofdinspecteur van politie van Gouda W Beekman onder andere aan de fungerend directeur van politie in Den Haag over Peters:
“Volgens geruchten zou hij zich thans reeds wederom in Nederland bevinden; hij is echter nog niet in Gouda aangekomen. Zijn moreele en lichamelijke gezondheid zou goed zijn.”
en over vrouw en kind van Peters:
“Het gezin ontvangt iedere maand van een ingezetene dezer gemeente voldoende ondersteuning.”
Op 5 juni 1945, ruim een week na de vijfde verjaardag van zijn enige kind, keert Dick Peters terug aan de Goejanverwelledijk in het huis waar hij op 13 maart 1942 is gearresteerd en sluit vrouw en dochtertje in zijn armen.
Tijdlijn Peters
13-03-1942 arrestatie; gevangenis Scheveningen, cel 420 16-12-1942 Kamp Amersfoort, gevangene nr 258 13-01-1943 Kamp Vught, gevangene nr 258 vanaf
24-02-1944buitencommando’s Roosendaal resp. Moerdijk en Roosendaal 26-05-1944 transport van Vught naar Dachau 27-05-1944 Dachau, gevangene nr 68614 29-04-1945 17.28 uur bevrijding door Amerikanen na
05-05-1945op eigen gelegenheid vertrokken uit Dachau 04-06-1945 geruchten in Gouda dat Peters weer in Nederland is 05-06-1945 thuiskomst Goejanverwelledijk 51, Gouda
Bronnen
Dam, MJ van, Gouda in de Tweede Wereldoorlog (2e herziene druk 2006)
Langen, AA de, Overleven (1992)
Maarsingh, HJ, De illegaliteit in Gouda van 1940 tot 1945 (1993)
Meeuwenoord, AMB, Mensen, macht en mentaliteit achter prikkeldraad: een historisch-sociologische studie van concentratiekamp Vight (1943-1944), 2011
Sierksma, P, Mijnheer, dat weiger ik (2021)
Weber, EP, Gedenkboek van het Oranjehotel (3e herziene druk 2016)
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam
Kamp Amersfoort
Kamp Vught
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Nationaal Archief, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Stadsarchief Kampen
Streekarchief Midden-Holland, Gouda
dachau.nl
kampamersfoort.nl
kz-gedenkstaette-dachau.de
nmkampvught.nl
oorlogsbronnen.nl
oranjehotel.org

(foto Byggarn, Depositphotos )