In de loop van vrijdag 13 maart 1942 krijgen de dienstdoende agenten op het politiebureau aan de Markt in Gouda de melding dat hun collega Peters aan het begin van de ochtend is gearresteerd. De 29-jarige Dick Peters is die morgen thuis aan de Goejanverwelledijk als hij wordt opgepakt, waarbij ook huiszoeking plaatsvindt.
Zijn collega Slot noteert in het rapport van die dag bij 14.30 uur: “De Hoofdagent Rechercheur Peters is door de Sicherheidspolitie te ’s-Gravenhage van zijn woning, alhier weg gehaald en mede genomen naar ’s-Gravenhage.”
Eerder zijn dan al in het dagrapport de arrestaties van oud-marinier De Langen en advocaat Smit vermeld. Samen met Smit, oud-officier Van Royen en rijwielhersteller Nieuwenhuisen wordt Peters per auto naar de “Deutsches Untersuchungs- und Strafgefängnis” -Het Oranjehotel- in Scheveningen gebracht. De vrouw van Peters heeft intussen belastende tekeningen vernietigd en wapens laten verdwijnen.
Contact
Peters maakt sinds december 1940 deel uit van een driemanschap met De Langen en Nieuwenhuisen dat het voortouw heeft in het beginnende georganiseerde Goudse verzet tegen de Duitse bezetter. Als politieman heeft hij kennis én een interessante informatiepositie. Een politiearrestant in het nauw, in de tweede helft van februari 1941, neemt Peters in vertrouwen. Dat leidt de laatste week van februari tot een ontmoeting van De Langen met Johan Maas uit Hillegersberg, die bekend blijkt met landelijke verzetsorganisaties. Al maanden zijn ze zonder succes bezig zo’n contact te vinden. Nu het eindelijk zover is kunnen ze verzamelde informatie over Duitse legeringen en troepenverplaatsingen doorgeven, zodat die vanuit Engeland voor de oorlogsvoering gebruikt kan worden.
Mensen en wapens
De verzetswerkzaamheden in Gouda ontwikkelen zich geleidelijk en bestrijken een breed terrein van activiteiten. Er wordt een verdedigingsplan opgesteld voor het moment dat de Duitsers op eigen initiatief vertrekken, dat wordt aan het begin van de oorlog als serieuze mogelijkheid gezien, of als zij verslagen worden door de Engelsen. Een lijst met namen van ruim 200 betrouwbare Goudse personen wordt opgesteld die dan kunnen helpen bij het handhaven van de orde. De meeste van deze mensen weten uit veiligheidsoverwegingen zelf nog niet dat er te zijner een beroep op hen zal worden gedaan. Een beperkt aantal mensen is wel op de hoogte en maakt deel uit van de gymnastiekgroep Ontspanning Door Inspanning (ODI). Dit sportclubje is niet meer dan een dekmantel. Samen met een oud-collega geeft De Langen daarin wapenonderricht en training in wat (militaire) basisvaardigheden.
Het zorgen voor bewapening vraagt forse inspanning. Drie mogelijkheden blijken tot hun dienst te staan: revolvers van Duitsers stelen in cafés en kopen van Duitse militairen, en het opsporen van achtergebleven wapens van Nederlandse militairen uit de meidagen van 1940. De laatste categorie levert het meeste op. In de periode tot de arrestaties worden naast de Duitse revolvers, 5 lichte machinegeweren, 25 karabijnen, 80 pistolen, patronen, sabels en een kist handgranaten verzameld. In vijf (nachtelijke) transporten worden ze uit de regio overgebracht naar Gouda.
Schuilnamen
Door zijn werkcontacten kan Peters soms berichten onderscheppen en mensen waarschuwen. Daarnaast worden inlichtingen verzameld en enkele Duitse auto’s gesaboteerd. Ook zijn werk als contactpersoon tussen de politie Gouda en de SD in Rotterdam levert soms belangwekkende informatie op. Peters kan in en buiten zijn werktijd-met-wisselende-diensten bijdragen aan het opbouwen en functioneren van de lokale organisatie met ook contacten in de omgeving. Met zijn schuilnaam Bob is hij bij de insiders bekend. Daarnaast gebruikt hij “E-12” als codenaam, al is dat waarschijnlijk alleen in inlichtingenberichten.
Dirk Johannes Christiaan (Dick) Peters wordt geboren op 18 december 1912 in Kockengen. Na de HBS-B behaalt hij naast het politiediploma ook diploma’s voor typen en steno. Bovendien volgt hij cursussen in motor- en elektrotechniek.
Vanaf 1936 werkt hij als volontair bij de gemeentepolitie van Leerdam. Met ingang van februari 1938 is hij agent in Gouda en wordt na enkele elkaar snel opvolgende bevorderingen hoofdagent chef-recherche in augustus 1939.
Op 27 december 1939 trouwt hij met Cornelia Agatha Johanna Schouten. Vanaf hun trouwdag wonen zij aan de Goejanverwelledijk in Gouda. In 1940 wordt een dochtertje geboren.Peters is 1 meter 82 lang, heeft blond haar en blauwe ogen. Hij is lid van de Nederlands Hervormde Kerk.DJC Peters, sept 1945
(bron NA)
Registratie
Peters staat enkele uren na zijn arrestatie met een tiental lotgenoten in een van de dienstruimten van de gevangenis te wachten als ook De Langen binnenkomt. Hij manoeuvreert zich in de rij naast Peters, die nog niet weet dat De Langen ook gearresteerd is. Peters informeert De Langen intussen dat ook Nieuwenhuisen, Van Royen en Smits zijn opgepakt en dat hij alleen de deelname aan sportclub toegeeft. Dat lijkt een onschuldige activiteit.
Na registratie en het afgeven van persoonlijke eigendommen wordt Peters naar cel 420 aan de rechterkant van de B-gang gebracht. De Langen is de enige van de andere Gouwenaars die in dezelfde gang terechtkomt; een paar cellen verderop.
Verhoren
Bij de inschrijving is al vastgelegd dat zijn Sachbearbeiter de Nederlandssprekende Obersturmführer Ernst Makowski is. Daarmee hebben alle Gouwenaars een verschillende dossierbehandelaar, al worden de uitkomsten van hun onderzoeken sterk gecoördineerd. Verhoren vinden soms in de gevangenis plaats en soms op het Binnenhof, waar de onderzoeksafdeling IV-C die zich met “Sache Nordpol” bezighoudt kantoorruimte heeft. Als gevangenen daar gehoord worden, worden ze geboeid per auto overgebracht. De ondervragingen van Peters zijn aanvankelijk normaal, maar doordat hij blijft ontkennen verandert dat. Hij komt door vuist- en stokslagen zwaar gehavend uit latere verhoren. Daarbij worden hem vier kiezen en twee tanden uit de mond geslagen. Of zijn Sachbearbeiter daarvoor verantwoordelijk is, is niet zeker, al is wel bekend dat hij bij andere verhoren zware mishandelingen heeft gepleegd. Eenmaal wordt Peters uit zijn cel gehaald en wordt fusillade gesuggereerd als hij niet bekent.
De cel
Het gevangenisleven went na een aantal weken, al blijven zorgen over vrouw en kind. Die weken is hij alleen in zijn cel, daarna heeft hij enige tijd -niet tot zijn vreugde- een celgenoot. Nog weer later is het plaatsgebrek in de gevangenis zo groot dat er permanent meerdere personen in cel 420 zitten.
Na verloop van tijd mag hij lezen en studeren in zijn cel, waarbij hij uiteraard aangewezen is op boeken die in de gevangenisbibliotheek aanwezig zijn. Hij verslindt ”Het geslacht Bjorndal”, trilogie van de Noor Trygve Gulbrandsen. Die bestaat uit de delen En eeuwig zingen de bossen (1933), Winden waaien om de rotsen (1934) en De weg tot elkander (1935). De triologie is “als een bijbel” voor hem. De politieman in hem is niet ver weg als blijkt dat er ook rechten-literatuur beschikbaar is.
Tijdens het luchten, dat bestaat uit al rondlopend gymnastiekoefeningen doen, ziet hij De Langen. Het luchten vindt per cellengang plaats. Gesprekken kunnen ze niet voeren, maar met gebarentaal weet Peters aan De Langen duidelijk te maken dat hij ondervraagd is over een wapentransport waarbij de Goudse taxiondernemer D Rietveld betrokken was en dat hij daarover gezwegen heeft. De mannen zien elkaar in elk geval en kunnen op schaarse momenten gegevens uitwisselen over hun verhoor en hebben zo veel steun aan elkaar.
Vertrek naar Amersfoort
Op woensdag 16 december 1942 wordt een grote groep mannen uit hun cel gehaald om op transport te gaan. Peters en De Langen zijn daar beiden ook bij. Voor het onderzoek waarin zij figureren zijn zij niet meer nodig en het Oranjehotel raakt voller en voller. Ze gaan per trein op transport naar Kamp Amersfoort. Na een hardhandige ontvangst, die niet veel goeds belooft over hun nieuwe verblijfplaats, krijgt Peters gevangennummer 258. Daarmee wordt hij van nu af aangesproken. Een naam hebben gevangenen in Amersfoort niet meer.
Peters en De Langen slagen erin bij elkaar in de buurt te blijven en vinden een bed naast elkaar in een barak. Zo hebben ze steun en kunnen ze steun geven.
Na enige tijd treffen ze twee andere Gouwenaren die ook in maart gearresteerd zijn, Nieuwenhuisen en Van Royen. Zij zijn al op 6 november naar Kamp Amersfoort gegaan.
Net als Smit, maar die is enkele dagen voor de komst van Peters wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten.
Tijdlijn verzet Gouda
najaar 1940 start plaatselijk verzet na 9 december 1940 driemanschap De Lange, Nieuwenhuisen, Peters eind februari 1941 eerste contact landelijke Inlichtingendienst Van Hattem voorjaar/ zomer 1941 geleidelijke aansluiting/ invoeging latere Ordedienst 13-02-1942 arrestatie vijf Gouwenaars: De Langen, Nieuwenhuisen, Peters, Van Royen en Smits Peters:
13-03-1942 gevangenis Scheveningen, cel 420 16-12-1942 Kamp Amersfoort, gevangene nr 258
Bronnen
Benda-Beckman, B von, Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen (2019)
Dam, MJ van, Gouda in de Tweede Wereldoorlog (2e herziene druk 2006)
Langen, AA de, Overleven (1992)
Maarsingh, HJ, De illegaliteit in Gouda van 1940 tot 1945 (1993)
Schulten, JWM, De geschiedenis van de Ordedienst. Mythe en werkelijkheid van een verzetsorganisatie (1998)
Weber, EP, Gedenkboek van het Oranjehotel (3e herziene druk 2016)
Kamp Amersfoort
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Nationaal Archief, Den Haag
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Streekarchief Midden-Holland, Gouda
oorlogsbronnen.nl
oranjehotel.org