Begin mei 1949 is het feest in en rond het huis van de familie Ten Haaf vlakbij de smederij op het terrein van psychiatrisch ziekenhuis Dennenoord in Zuidlaren. De oorlogsjaren met angst en dreiging liggen een paar jaar achter hun. Net als de zorg voor tientallen onderduikers die onderdak bij hen hadden gevonden. Het leven heeft weer zijn loop genomen en na de zomer van 1948 is een aantal voormalige onderduikers, die als oorlogsvrijwilliger in Indië waren, teruggekeerd. Het feest is ter gelegenheid van het huwelijk van dochter Ammy met oud-onderduiker Jan Ferkranus, die ook weer terug is in Nederland. Enkele weken na de feestelijkheden begint een dramatische periode met schorsing en ontslag van de dan 53-jarige vader Ten Haaf en vertrek van de familie eind september van Dennenoord, waar ze bijna twintig jaar hebben gewoond. In de slipstream volgt een rechtszaak in Assen in 1950 en een hoger beroep in Leeuwarden in 1951.
Schorsing
Op woensdag 25 mei 1949 -de dag voor Hemelvaartsdag- wordt chef-machinist Ten Haaf naar het kantoor in het hoofdgebouw op Dennenoord geroepen. Daar treft hij de 41-jarige huismeester Evert Visser en Arnold van Weringh, 43 jaar oud en tweede machinist van de smederij. Visser komt in 1931 in dienst als klerk en klimt geleidelijk op. De functienaam huismeester wordt in de jaren vijftig bij de tijd gebracht en gewijzigd in hoofd economische en administratieve dienst. Van Weringh begint als loswerkman in 1931 in de smederij en komt na een kleine drie jaar in vaste dienst.
Het gesprek gaat onder andere over enkele gevallen van verkoop van metaal en toe-eigening van materiaal en gereedschappen. Ten Haaf wordt wanbeleid verweten. Daarover zegt Visser in het hoger beroep in januari 1951 bij het Gerechtshof in Leeuwarden dat Ten Haaf “door de omstandigheden van de bezetting erg is achteruit gegaan en niet meer voor zijn taak berekend is” en dat de klachten over de chef-machinist hoofdzakelijk van hem afkomstig zijn. Ten Haaf krijgt in het onderhoud te horen dat hij met onmiddellijke ingang geschorst is.
Hoewel geneesheer-directeur Wetter eindverantwoordelijke is van de psychiatrische inrichting, komt hij hier niet in beeld. Het lijkt binnen de toen geldende gezagsverhoudingen hoogst onwaarschijnlijk, zo niet uitgesloten, dat zo’n beslissing zonder zijn medeweten en instemming genomen kon worden. In zijn rapport nr. 21 van 22 tot en met 28 mei 1949 meldt de geneesheer-directeur in de rubriek personeel kort en afstandelijk: “Vertrokken: De chef-monteur W.M. ten Haaf werd op 25 Mei geschorst.”
Het schorsingsgesprek wordt mede gevoerd door de hiërarchisch aan Ten Haaf ondergeschikte Van Weringh. In oktober 1948 is hij teruggekeerd uit Indië en gaat in maart 1949 -na bijna vier jaar van afwezigheid- weer aan de slag op Dennenoord.
Ontslag op staande voet
Op woensdagmiddag 22 juni luncht het bestuur van de stichting Dennenoord voorafgaand aan de vergadering die om half twee begint. Op de betrekkelijk korte en eenvoudige agenda staat als punt 5 “De schorsing van W.M. ten Haaf”. In de “Korte Notulen” van de vergadering wordt vermeld “Besloten wordt om hem op staande voet ontslag te verlenen wegens verregaand plichtsverzuim en oneerlijkheid”. Ten Haaf wordt dezelfde dag per brief op de hoogte gesteld van zijn ontslag. Daarin wordt aangegeven dat de schorsing was in verband met verregaand plichtsverzuim en het ontslag bovendien is wegens toe-eigening en verduistering van eigendommen van de stichting.
Ten Haaf kan binnen zeven dagen in beroep gaan en hij moet de dienstwoning uiterlijk 15 juli verlaten. Het beroep kan worden ingediend bij het Centraal Bestuur van de moederorganisatie van Dennenoord, de “Vereniging tot Christelijke verzorging van Geestes- en Zenuwzieken”.
In beroep
Twee dagen later vergadert het Centraal Bestuur en is het bericht van het ontslag van chef-machinist Ten Haaf al binnengekomen. In de notulen wordt opgenomen “Hiermede heeft een zaak, die lang hangende is geweest, een plotselinge ontknoping gevonden.”
Half juli vergadert het Centraal Bestuur opnieuw en blijkt dat Ten Haaf de advocaat mr JC Hummelen uit Groningen in de arm heeft genomen en in beroep gaat tegen het ontslag. Hummelen schrijft dat Ten Haaf voorafgaand aan het ontslag niet is gehoord door het stichtingsbestuur. Tj de Jong, lid van het Centraal Bestuur, maar ook voorzitter van het stichtingsbestuur Dennenoord, bevestigt dat Ten Haaf niet is gehoord. Hij was wel opgeroepen voor de vergadering, maar bleek niet thuis te zijn. Het stichtingsbestuur heeft desondanks het ontslag doorgezet om “het goede moment” voor ontslag op staande voet niet voorbij te laten gaan. De Jong kan niet met zekerheid verklaren dat Ten Haaf voldoende tijd van te voren is opgeroepen voor de vergadering.
Aangifte
De vergadering wisselt aansluitend van gedachten om mededeling aan Ten Haaf te doen over eventuele aangifte bij de politie van verduistering om hem tot inschikkelijkheid te bewegen. Besloten wordt dat het ingestelde beroep moet doorgaan en dat als gedreigd moet worden met aangifte dit maar door de beroepscommissie moet worden gedaan.
De beroepscommissie moet Ten Haaf -desgewenst samen met zijn advocaat Hummelen -zo spoedig mogelijk horen. Na het rapport van de beroepscommissie zal het Centraal Bestuur als beroepsinstantie een voorlopige beslissing nemen, waarna de Centrale Commissie voor het Georganiseerd Overleg gehoord zal worden. Daarna volgt het definitieve besluit door het Centraal Bestuur over het ingestelde beroep.
Ongegrond verklaring
Ondanks de voorgenomen spoed lijkt de vaart er uit te raken, want het duurt tweeënhalve maand, tot 29 september, voor het onderwerp weer aan de orde komt bij het Centraal Bestuur. De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en de Centrale Commissie voor het Georganiseerd Overleg heeft geen bezwaar tegen het ontslag ingebracht. Het bestuur handhaaft met algemene stemmen het ontslag. Tj de Jong onthoudt zich van stemming omdat hij ook deel uitmaakt van het Stichtingsbestuur dat het besluit tot ontslag op 22 juni in Zuidlaren nam.
Voorstel Hummelen
Ten Haaf is hopeloos en in menig opzicht ten einde raad door verlies van werk, woning en inkomen. Toch zit hij niet stil en wil vechten voor zijn belangen en eer. Hoezeer hij ook overtuigd is van het onrecht dat hem wordt aangedaan, hij ziet dat de verhoudingen zo verstoord zijn dat er geen weg terug is. De chef-machinist Ten Haaf laat via Mr Hummelen aan zijn werkgever weten dat hij kans ziet om per 1 oktober een zaak over te nemen in het zuiden van het land. De advocaat suggereert in dezelfde brief de dienstbetrekking per 1 oktober 1949 te beëindigen. Het Centraal Bestuur voelt helemaal niets voor dit voorstel omdat het behoud van pensioen zou betekenen. Bij oneervol ontslag vervallen in die tijd bij de organisatie de pensioenrechten van betrokkene. Toch berichten ze Hummelen dat ze zich nader willen beraden op behoud van pensioenrechten door Ten Haaf. Daarmee ontstaat op dit punt een sprankje hoop, maar het leed is bij lange na niet geleden.
Eind september is de verhuizing Van Zuidlaren naar Strijen in de Hoeksewaard, zo’n dertig kilometer ten zuiden van Rotterdam. Ten Haaf heeft daar de smederij overgenomen van een smid die wil emigreren. Daarmee blijft hij in zijn vak, maar wordt ook ondernemer, wat hij niet eerder is geweest.
Bij het onderzoek naar van het vertrek van Ten Haaf als werknemer op Dennenoord en wat daaraan vooraf gaat springen uit schriftelijke bronnen een drietal aspecten in het oog die een centrale rol lijken te hebben. Daarbij gaat het vooral om problemen in de samenwerking, verborgen of verdwenen metaal uit de oorlog, en de positie van Van Weringh. In documenten van Dennenoord duiken enkele voorvallen van onderlinge frictie op. De rol van het in de oorlog voor de Duitsers verborgen metaal dat na de oorlog niet terug te vinden is wordt in de vaak summiere teksten in de Dennenoord-stukken niet expliciet genoemd. Het onvindbare metaal heeft een belangrijke rol in de familieverhalen zoals die ook door dochter Anny de Reus-ten Haaf beschreven worden in Twilight Ramblings. Van een zekere animositeit van Van Weringh ten opzichte van Ten Haaf sijpelt tussen de regels wat door en blijkt nog wat in interviews met Van Weringh medio jaren tachtig over de bezetting en eerste naoorlogse jaren.
Na deze blog meer over soms moeizame samenwerking en verhoudingen, het onvindbare metaal en de grote praktische en emotionele impact van schorsing en ontslag voor Ten Haaf, zijn vrouw en hun gezin. Bovendien wordt ingegaan op de politie- en gerechtelijke onderzoeken, en de rechtszaken tegen Ten Haaf in Assen en in hoger beroep in Leeuwarden.
Tijdlijn mei – september 1949
25-05-1949 schorsing na gesprek met Visser en Van Weringh 22-06-1949 bespreking schorsing en ontslag op staande voet door stichtingsbestuur Dennenoord 24-06-1949 bespreking schorsing resp. ontslag door Centraal Bestuur Vereniging tot Christelijke verzorging van Geestes- en Zenuwzieken Vóór 30-06-1949 hoger beroep tegen ontslag 15-07-1949 bespreking hoger beroep door Centraal Bestuur 29-09-1949 Centraal Bestuur handhaaft ontslagbesluit stichtingsbestuur Dennenoord. Bespreking brief advocaat Hummelen met voorstel einde dienstbetrekking per 01-10-1949 Eind 09-1949 verhuizing van Zuidlaren naar Strijen
Bronnen
Reus-ten Haaf, Adriana M de, Twilight Ramblings, [2012] (niet gepubliceerd)
Schuurmans, Rense, Groeten uit Dennenoord, 2009
Archief Dennenoord, Lentis, Zuidlaren
Drents Archief, Assen
Drents Museum, Assen
HDC VU, Protestants Erfgoed, Amsterdam
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Delpher
Tresoar, Leeuwarden
Familiearchief Stassen-Ferkranus
erfgoedlentis.nl
hetlandvanstrijen.com