Voor marinier Arie de Langen -in januari 1940 bevorderd tot korporaal- is er na de Nederlandse capitulatie voor de Duitse overmacht op 15 mei 1940 geen reden meer om in het Zeeuwse Zoutelande te blijven wonen. Hij verhuist half-juni met vrouw en drie kinderen naar Gouda, dichtbij zijn geboorteplaats Moordrecht waar hij in 1914 ter wereld komt. Hij staat op wachtgeld en gaat op zoek naar een baan. Maar hij spreekt ook met fietsenmaker Van Leeuwen op de hoek van de Martenssingel en de IJssellaan met wie hij bevriend is geraakt over zijn vaste voornemen om in verzet te gaan tegen de Duitsers. Die raadt hem aan om eens met politieagent Knecht te gaan praten en daar ligt het begin van het verzetswerk van de katholieke Abraham Adrianus de Langen.
Ontspanning Door Inspanning
Knecht heeft al wat stappen gezet in het illegale werk door enkele mensen van de vooroorlogse Burgerwacht te betrekken en Duitse troepenverplaatsingen bij te houden. Een contact om gegevens in Engeland te krijgen blijkt op bluf en fantasie gebaseerd te zijn, waardoor Knecht en De Langen verder opzoek moeten voor aansluiting. In Gouda lukt dat redelijk vlot als op 9 december 1940 bij Mogendorff aan de Karnemelksloot een aantal gelijkgezinden elkaar ontmoet en plannen maakt. Als dekmantel wordt een gymnastiek club in het leven geroepen: ODI, Ontspanning Door Inspanning. Drie mannen hebben het voortouw in het verdere werk. Dat zijn naast De Langen politierechercheur Dick Peters en rijwielhandelaar Toon Nieuwenhuisen.
Onder de vlag van ODI geeft De Langen militaire training en wapeninstructie. Peters vergaart onder andere inlichtingen en de zaak van Nieuwenhuisen aan de Hoge Gouwe is vergaderplaats en door hem worden wapens en munitie voor gebruik klaargemaakt.
Via politiecel
De Langen werkt als brandweerman in Rotterdam, als huisknecht in Den Haag en in een toezichthoudende functie bij de Centrale Keuken in Gouda. Intussen heeft het driemanschap vanaf maart 1941 contacten met de landelijke inlichtingendienst van Van Hattem en een verzetsgroep onder leiding van Schimmelpenninck in Den Haag, die later dat jaar opgaat in de Ordedienst. Het aantal contacten via koeriers en met de landelijke organisaties en de Goudse activiteiten nemen toe, maar daarmee ook de kans op ontdekking en verraad.
Op vrijdag 13 maart 1942 als De Langen net op zijn werk is -en die dag wil trakteren omdat hij promotie heeft gemaakt- wordt hij geroepen omdat er twee mannen voor hem zijn. De Langen vermoedt verzetsrelaties, maar het blijken twee Haagse medewerkers van de Sicherheitsdienst te zijn die hem komen arresteren. Vier andere Gouwenaars zijn eerder die morgen thuis al opgepakt, waarbij gelijk ook huiszoekingen zijn gedaan. De Langen wordt ingesloten op het politiebureau aan de Markt, waarna zijn huis aan de Verlengde IJssellaan wordt doorzocht zonder dat het aanwezige bezwarende materiaal wordt gevonden. Daarna gaat hij als laatste van de vijf gearresteerden naar Het Oranjehotel in Scheveningen.
Scheveningen
Na het inleveren van zijn persoonlijke bezittingen gaat hij naar cel 429 in de B-gang, een paar cellen vanaf Peters. Na twee dagen is het eerste verhoor, waarbij hij ook zijn eerste klappen in gevangenschap oploopt. Zijn verhaal gaat over de gymnastiekclub en verder houdt hij zich op de vlakte. Zijn Sachbearbeiter is Unterscharführer Nehls en later wordt hij regelmatig verhoord door Oberscharführer Makowski, die Nederlands spreekt. Als dat aan Het Binnenhof is wordt hij geboeid en gelijk met anderen vervoerd. Eens in de twee weken brengt zijn zwangere vrouw schoon wasgoed zonder dat ze elkaar zien of spreken. Als zo half oktober de onderzoeksfase afgerond is mag ze -inmiddels bevallen van een zoon die ze naar haar man Arie noemt- een kwartier op gevangenbezoek. Een week daarna nog eens, nu met de baby bij zich. Later ziet hij ook zijn oudste dochter nog kort in zijn cel.
Op transport
Na negen maanden Oranjehotel gaat De Langen op 16 december onverwacht op transport. Lopend naar het station, met de trein naar Amersfoort en van daar lopend naar Kamp Amersfoort. Daar wachten een hardhandige ontvangst, slechte kleding en zijn nieuwe gevangennummer 270. Een harde en snelle leerschool volgt om niet voortdurend geslagen te worden. Bockälteste Hurkmans heeft de bijnaam Jan de Knuppelaar. Het werk is zwaar, de appèls zijn lang en de honger is tergend. Bovendien is het winter. De kerst wordt geïmproviseerd en clandestien gevierd in de barakken, met dominee en pater. Dick Peters, die met het zelfde transport is gekomen, en Arie de Langen hebben hun slaapplaats vlakbij elkaar en kunnen elkaar wat tot steun zijn. Gouwenaar en oud-kolonel Van Royen, die zes weken eerder in Amersfoort aankomt maakt de kerstdagen nog mee in de ziekenbarak, enkele dagen voor hij bezwijkt.
Naar Vught
Vier weken na aankomst worden de nummers afgeroepen van de gevangenen die weggevoerd gaan worden. Ze vermoeden naar Duitsland, maar het wordt Vught. Grootscheepse bouwplannen zijn de reden van vertrek uit Amersfoort, maar het nieuwgebouwde kamp Vught is nog niet klaar. Dat maakt de eerste weken extra zwaar qua werk- en leefomstandigheden. De Langen heeft een neus voor keuzes die zijn overlevingskansen vergroten. Zijn opleiding en ervaring als marinier helpen daarbij. Net als het opbouwen van contacten en het bemachtigen van baantjes die niet zo zwaar zijn of andere voordelen hebben. Bovendien slaagt hij er zo nu en dan in een ander die het erg moeilijk heeft aan wat eten te helpen of uit de wind te houden. Zo ontfermt hij zich een paar keer over een katholieke geestelijke en over Toon Nieuwenhuisen die zo’n twee maanden na De Langen in Vught arriveert en dan zwaar aangeslagen is. Intussen mogen er van huis ook pakketten met voedsel ontvangen worden, die vaak deels geplunderd zijn bij ontvangst. Voedsel dat de familie thuis uit de eigen mond spaart, ruilt voor tabaksbonnen of zwart koopt. Tini de Langen-Arents krijgt tot juni 1943 het salaris van haar man doorbetaald van de gemeente Gouda. Daarna volgt een wachtgelduitkering. Zij brengt regelmatig zelf voedselpakketten naar Vught om de kans te vergroten dat het snel en op zijn plaats terechtkomt. Later wordt het Rode Kruis betrokken bij het uitdelen van de pakketten, wat veel diefstal door SS-ers en hun handlangers voorkomt.
Arie de Langen vindt eerst een baantje als schilder en daarna als brandweerman, wat zijn kampleven iets lichter maakt. Ondanks de harde aanpak, de ontluizingen, de kappersbeurten en het wangedrag van de kamppolitie wordt het regime wat milder dan in het begin.
De Langen maakt na het afronden van de barakkenbouw vele ontwikkelingen mee, zoals de komst van een grote groep studenten, gijzelaars, Joden en vrouwelijke gevangenen. Binnen het kamp zijn enkele zo geheten Philips-barakken ingericht, waar gevangenen meer beschut kunnen werken en extra voedsel krijgen. Toon Nieuwenhuisen werkt er ongeveer een maand als materiaalsorteerder, voor zijn vertrek naar de gevangenis in Utrecht voor een proces waarin hij moet voorkomen.
Weg uit Vught
Het werk van De Langen bij de brandweer geeft hem voor kampbegrippen enige vrijheid. Daarnaast biedt zijn functie voorlopig bescherming tegen transport. Zijn plaatsgenoot Peters wordt bijvoorbeeld weggevoerd naar Dachau, terwijl hij nog achterblijft.
Na de invasie op de stranden van Normandië in juni en de opmars van de geallieerde legers stijgen de spanningen ook in Vught. Veel van het gebruikelijke kampleven gaat door, maar de nervositeit onder de gevangenen en aan Duitse kant neemt toe. Begin september zijn gevechtshandeling in de verte te horen. Op 5 en 6 september gaan de mannelijke Schutzhäftelingen, waartoe ook De Langen behoort, in groepen van 70 á 80 personen in veewagens op transport naar Sachsenhausen, een kilometer of 35 van Berlijn. Tweeënhalf jaar na zijn arrestatie en na ruim anderhalf jaar gevangenschap in Vught gaat de dan dertigjarige marinier een hoogst onzekere toekomst tegemoet.
Bronnen
Benda-Beckman, B von, Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen (2019)
Dam, MJ van, Gouda in de Tweede Wereldoorlog (2e herziene druk 2006)
Langen, AA de, Overleven (1992)
Maarsingh, HJ, De illegaliteit in Gouda van 1940 tot 1945 (1993)
Meeuwenoord, AMB, Mensen, macht en mentaliteit achter prikkeldraad: een historisch-sociologische studie van concentratiekamp Vight (1943-1944), 2011
Schulten, JWM, De geschiedenis van de Ordedienst. Mythe en werkelijkheid van een verzetsorganisatie (1998)
Weber, EP, Gedenkboek van het Oranjehotel (3e herziene druk 2016)
Kamp Amersfoort
Kamp Vught
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Nationaal Archief, Den Haag
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Streekarchief Midden-Holland, Gouda
oorlogsbronnen.nl
oranjehotel.org