Hendrik Lodewijk van Royen wordt op 1 februari 1885 geboren in Utrecht. Het eerste kind van genieofficier François Renier van Royen en jonkvrouw Henriëtte van Styrum. Later wonen ze in Breda en Haarlem, waar Hendrik naar de HBS gaat. Hij treedt in de voetsporen van zijn vader en gaat ook naar de Militaire Academie in Breda. In 1906 wordt hij officier bij de genie en twee jaar later wordt hij in het leger opgeleid tot ballonvaarder. Naast deze professionele bezigheden is hij ook actief in de luchtballonsport. In 1911 wordt hij door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart gebrevetteerd als balloncommandant.
Zijn militaire carrière verloopt voorspoedig, met verhuizingen door promoties en functieveranderingen als gevolg.
In 1941 of misschien al iets eerder raakt Van Royen betrokken bij (een voorloper van) de Ordedienst. Hij woont vanaf medio oktober 1940 aan de Joubertstraat in Gouda.
Nadat hij begin oktober -zoals alle officieren na de capitulatie- op non-actief is gesteld, is hij adjunct-chef van de afdeling defensieschade bij het ministerie van Financiën in Den Haag. De verhuizing naar Gouda zat vanwege zijn laatste militaire functie al enige tijd in de planning. In december 1939 publiceert de PTT dat zijn aanvraag voor een telefoonverbinding in Gouda is gerealiseerd en onder welk nummer hij bereikbaar wordt.
Na de capitulatie maakt Van Royen tot 1 oktober 1940 eerst nog deel uit van de Adviescommissie Vorderingen van het Afwikkelingsbureau van het Departement van Defensie. Daar buigt men zich over de door oorlogshandelingen ontstane schade van Nederlandse burgers en bedrijven.
Het moet na die periode zijn geweest dat contact met hem gelegd is met de vraag de functie van districtscommandant Gouda op zich te nemen. Op grond van informatie uit latere oorlogsjaren kan worden aangenomen dat het district de streek Krimpenerwaard, Gouda en het gebied met Reeuwijk, Boskoop, Moerkapelle en Zevenhuizen omvat.
District Gouda maakt deel uit van gewest Zuid-Holland en staat vanaf zomer 1941 onder commando van generaal Van de Kasteele in Den Haag.
Van contacten van Van Royen binnen zijn district zijn alleen die met advocaat Smit bekend, de beoogde en terughoudende stadscommandant Gouda. Hij heeft hem zelf voor die functie aangezocht. Smit weet van Van Royen dat Van de Kasteele zijn directe commandant is, voor het geval Van Royen zelf uit mocht vallen. Dat het driemanschap De Langen, Nieuwenhuisen en Peters in die tijd zelfstandig op zoek is naar een officier die in Gouda leiding kan geven veronderstelt dat zij geen contact met Van Royen hebben. Het is zelfs waarschijnlijk dat zij niet eens weten dat hij de districtscommandant van Gouda is.
Militair leven
Genieofficier Van Royen raakt hij al vroeg in zijn loopbaan betrokken bij de luchtvaart, die in Nederland in het begin van de 20e eeuw vooral over ballonvaart gaat. Hij wordt opgeleid tot balloncommandant en in december 1912 heeft hij de leiding in een van de twee ballonnen met een eerste reis over grote afstand: van Zeist naar Duitsland. Deze tocht is overigens niet van militaire maar van sportieve aard.
In latere jaren vervult hij verschillende functies, ook op het Departement van Oorlog in Den Haag en als “Eerstaanwezend ingenieur” in Amersfoort. Zijn oude liefde krijgt een kans als hij in het voorjaar van 1937 gedetacheerd wordt bij het luchtvaartbedrijf van de militaire luchtvaartafdeling in Soesterberg. In augustus wordt hij daarvan directeur en in november volgt zijn bevordering tot kolonel.
De militaire luchtvaart is volop in ontwikkeling en reorganisaties volgen elkaar op.
In november 1938 wordt hij al overgeplaatst naar Breda, waar hij commandant van het 1e genie-commandement wordt. Als in de tweede helft van 1939 de mobilisatie plaatsvindt wordt Van Royen hoofd sectie V bij het Commando Oostfront Vesting HollandIn 1924 wordt de kapitein Van Royen benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau. Door Tsjechoslowakije wordt hij in 1935 onderscheiden als Officier in de orde van de Witte Leeuw.
Oranjehotel en Kamp Amersfoort
Vrijdag 13 maart 1942 krijgt ook Van Royen een schok te verwerken als hij aan het begin van de morgen wordt opgepakt door agenten van de Haagse Sicherheitsdienst.
Samen met Peters, Nieuwenhuisen en Smit wordt hij per auto overgebracht naar Scheveningen. Daar worden zij ingesloten in het Oranjehotel.
Van Royen wordt vooraan in de C-gang in cel 519 gezet. Nieuwenhuisen is de enige van de Gouwenaars in dezelfde cellengang, al zit hij daar helemaal aan het einde.
Sachbearbeiter van Van Royen is Haubruck, die onder andere zijn betrokkenheid bij de ordedienst en inlichtingendienst in kaart probeert te brengen. Verhoren vinden soms in het kantoorgedeelte van de gevangenis plaats en soms op het Binnenhof in Den Haag. Van Van Royen blijken na Duits onderzoek alleen contacten met de Ordedienst, niet met de inlichtingendienst. Daarbij lijken ze het bij het rechte eind te hebben. Ook uit naoorlogse gegevens komen geen activiteiten of connecties van hem met betrokkenen bij de inlichtingendiensten naar voren. Wat er aan inlichtingencontacten liep in die tijd vanuit Gouda is, zover te achterhalen valt, vrijwel uitsluitend via Nieuwenhuisen.
Bezweken in Amersfoort
Op 6 november 1942 wordt Van Royen overgebracht naar kamp Amersfoort in de gemeente Oud-Leusden, waar hij gevangennummer 1985 krijgt. Er worden in de maanden november en december vaker gevangenen getransporteerd van wie de rol en bijdrage in het verzet voldoende in beeld is gebracht. Het regiem in Amersfoort is streng en de fysieke omstandigheden zijn slecht. De arbeid die verricht wordt is zwaar, kleding en voedsel zijn ontoereikend. Met zijn 57 jaar behoort hij tot de groep van oudere gevangenen.
Gevangenschap en het harde leven beginnen hun tol te eisen en drie weken na aankomst vervoegt Van Royen zich bij de kamparts. Hem wordt als zieke nummer 12409 op 27 november “Ruhe IV” voorgeschreven. Een concrete ziekte wordt niet geconstateerd. Hij gaat naar barak IV, waar zich overigens wel hoofdzakelijk zieken bevinden. Rust is zeker nodig, maar leidt niet tot herstel. In de weken die volgen verslechtert zijn gezondheidstoestand. Op dinsdag 29 december bezwijkt hij aan uitputting, waarbij een longontsteking hem fataal wordt. Om 22.30 uur wordt zijn dood geconstateerd. Kamp Amersfoort behoort tot de gemeente Oud-Leusden en daarom geldt dat als zijn plaats van overlijden.
Lotgenoten
Van Royen is niet de eerste in de familie die vanwege zijn deelname aan het verzet wordt gearresteerd en het leven laat. Zijn zwager JEW Twiss Quarles van Ufford (getrouwd met de zus van zijn vrouw) uit Maartensdijk is provinciaal commandant Utrecht van de Ordedienst. Hij werkt bij het Openbaar Ministerie en is reserve majoor. Eind augustus 1941 wordt hij gearresteerd en na veroordeling in april 1942 samen met tientallen andere leden van de Ordedienst op 3 mei 1942 in kamp Sachsenhausen in Duitsland gefusilleerd.
Burgemeester Kolff uit Deil schrijft in juni 1943 vanuit Kamp Vught, waar hij dan is, een terugblik op Kamp Amersfoort en vermeldt onder vele andere zijn contact met “Kolonel van Royen van de Genie (schoonzoon van Mr Cnopius) die helaas in Amersfoort stierf.”
Zijn Goudse medegevangene De Langen schrijft in zijn gevangenis- en kampervaringen “Overleven” in 1992: “Hier, in dit kamp is een kolonel van Royen, dapper strijder voor het recht, na een korte tijd overleden, hij kon de ellende niet meer aan. Dat was onze eerste man, die overleed aan de gruwelen van het kampleven.”
Begrafenis
De familie van Van Royen wordt van zijn overlijden op de hoogte gesteld en krijgt de gelegenheid zelf voor de begrafenis te zorgen. Dat is niet uitzonderlijk, maar gebeurt alleen als iemand niet gefusilleerd of anderszins door geweld om het leven gekomen is. De begrafenis van de doopsgezinde Van Royen vindt plaats op zaterdag 2 januari 1943 op de vlak bij het kamp gelegen begraafplaats Rusthof in Amersfoort. Zijn gekiste lichaam wordt om tien uur opgehaald bij Kamp Amersfoort. De samenkomst in de aula van de begraafplaats is vanaf 12.15 uur, waarbij op verzoek orgelspel is. Op het graf zal later een zwerfkei met zijn naam in bronzen letters geplaatst worden.
De begrafenis volgt vrij snel op zijn overlijden. Na het weekend plaatsen zijn vrouw en kinderen een kleine en sobere overlijdensadvertentie.
Herbegrafenis
In de eerste weken na de bevrijding wordt de naam van Van Royen vermeld op een tijdelijk verzetsmonument aan de IJssellaan en later op het monument aan het Stadhuis op de Markt in Gouda. Zijn vrouw Jeane van Royen-Cnopius is dan al verhuisd naar Soest, waar het gezin ook woonde voor hun komst naar Gouda in 1940. Zij overlijdt in 1950.
Vlak voor de eeuwwisseling wordt Van Royen herbegraven op de Nationaal Ereveld Loenen. Bij de exhumatie door de Oorlogsgravenstichting wordt in overeenstemming met de officiële documenten vanaf eind 1942 geconcludeerd dat ziekte oorzaak van zijn overlijden is.
Opmerkelijk is dat er relatief weinig bekend is over de verzetsactiviteiten van Van Royen. Dat staat vermelding van zijn naam op tal van plaatsen als nagedachtenis en eerbetoon niet in de weg.
In diverse publicaties en op verschillende plaatsen wordt tot op de dag van vandaag ten onrechte vermeld dat Van Royen is gefusilleerd op de Leusderheide. Dat hij niet is gefusilleerd, maar aan uitputting overleed in Kamp Amersfoort maakt Van Royen niet minder verzets- en oorlogsslachtoffer.
Bij de research voor deze blog blijkt dat de familienaam Van Royen in overheids- en andere officiële documenten ook als Van Roijen geschreven wordt. De formeel-correcte schrijfwijze is niet achterhaald. Met de gebruikte spelling in deze blog wordt aangesloten bij wat in de familiesfeer in de jaren dertig en veertig gebruikelijk is.
Bronnen
Benda-Beckman, B von, Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen (2019)
Dam, MJ van, Gouda in de Tweede Wereldoorlog (2e herziene druk 2006)
Langen, AA de, Overleven (1992)
Schulten, JWM, De geschiedenis van de Ordedienst. Mythe en werkelijkheid van een verzetsorganisatie (1998)
Starink, D, De jonge jaren van de luchtmacht: Het luchtwapen in het Nederlandse leger 1913-1939 (2013)
Weber, EP, Gedenkboek van het Oranjehotel (3e herziene druk 2016)
Militaire Spectator
Archief Eemland, Amersfoort
Kamp Amersfoort (met dank aan René Veldhuizen)
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Nationaal Archief, Den Haag
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Streekarchief Midden-Holland, Gouda
ogs.nl
oranjehotel.org