Van Hamme gaat woensdagmorgen 4 november 1942 om even over half zeven ongerust en gehaast met de bewaker mee. Van zijn cel aan het einde van de D-gang waar hij meer dan een maand verbleef, langs de dodencellen naar het kantoorgedeelte van het gevangeniscomplex. Daar wachten de Staatsanwalt (openbaar aanklager) Seiler, Hauptsturmführer Boy van de SS en een politiebeambte die als bewaker aanwezig is. De openbaar aanklager stelt eerst vast dat Voitus van Hamme de veroordeelde is en leest opnieuw het vonnis van het Deutsche Obergericht van 3 oktober voor. Aansluitend hoort hij de afwijzing van 31 oktober van zijn gratieverzoek door de Reichskommissars für die Besetzte niederländische Gebiete. Daarna wordt hem meegedeeld dat de voltrekking van het vonnis door een vuurpeloton zal plaatsvinden, op dezelfde dag om 08.30 uur.
Van Hamme krijgt de gelegenheid voor een reactie of laatste wensen. Hij wil graag brieven schrijven, roken en vraagt zijn familie ongemoeid te laten. De Duitse gevangenisdirecteur mag aan zijn wensen voldoen.
Buiten het officiële Duitse protocol om is de negendertigjarige Nederlandse gevangenispredikant G Bos aanwezig. De Nederlands Hervormde dominee Gerrit Bos is sinds 1938 de geestelijk verzorger in de strafgevangenis van Scheveningen. Van tweede paasdag 1941 tot oktober 1942 leidt hij kerkdiensten voor politieke gevangenen in het Oranjehotel en geeft hen geestelijke bijstand. Daarna mag hij tot zijn vertrek in januari 1943 alleen nog ter doodveroordeelden bezoeken.

(Fotopersbureau van den Heuvel,
Collectie Haags Gemeentearchief)
Ds Bos verleent aan tal van ter doodveroordeelden in de laatste uren geestelijke bijstand, zoals aan de veertien in maart 1941 geëxecuteerden uit het Geuzenproces. Bij hen was hij, anders dan bij de uitvoering van sommige vonnissen in 1942, niet tot het laatste moment aanwezig.
Afscheidsbrieven
In de korte tijd die de niet-religieuze Van Hamme rest zet hij zich in bijzijn van ds Bos eerst aan het schrijven van de brief aan zijn “Lieve, beste Schat” die hij verderop met Bertus aanspreekt. Hij schrijft dat hij natuurlijk geheel onderste boven was van het vreselijke lot dat het gratieverzoek waarop zij zo vast en zeker gerekend hadden was afgewezen. “(…) maar ja er is nu niets meer aan te veranderen, ik moet je gaan verlaten (…)”. Het valt hem zwaar dat nu een einde komt aan het goede, prettige leven dat ze al die jaren in fijne, goede verstandhouding en liefde voor elkaar hebben gehad en memoreert dat niet iedereen dat kan zeggen. Hij vindt het vreselijk dat hij Elizabeths zoon net misloopt. Stiefzoon en metaalbewerker Piet komt pas de volgende dag terug uit Duitsland, waar hij sinds oktober 1941 bij AEG tewerkgesteld is. Gelukkig geeft het wel de mogelijkheid dat Piet Elizabeth terzijde staat in de moeilijke dagen die gaan komen. Ook geeft Van Hamme nog door waar het Zeiss-fototoestel te vinden is waar ze de vorige dag tijdens de -zonder dit te weten- laatste ontmoeting over gesproken hebben.
“Nu lieve beste Schat ik dank je nog eens hartelijk voor alles wat je voor mij gedaan hebt gedurende al de jaren dat wij samen waren en nog speciaal voor de laatste weken die je mij hier zoo prettig verzorgd hebt.”
“Lieverd, ik zal nu voor eeuwig afscheid nemen van je en hoop dat je het verdere leven zoo goed mogelijk door moogt komen, ik wensch je sterkte dat je deze slag goed moogt doorkomen, vaarwel lieve beste goede Bertus, als altijd verblijf ik je steeds liefhebbende Richard.”
Als een PS vraagt hij een groet en de beste wensen over te brengen aan zijn broer en verder alle bekenden. Zijn ruim zes jaar jongere en enige broer Eduard is in 1938 naar Batavia in Nederlands-Indië verhuisd. Daar werkt hij als chemicus in een suikerfabriek tot hij als dienstplichtig soldaat van de infanterie krijgsgevangen wordt gemaakt door de Japanners.
Daarna schrijft hij in een kortere brief aan “Lieve Beste Piet” hoe zeer het hem spijt dat ze elkaar niet meer kunnen spreken. Hij dringt er bij zijn stiefzoon in allerlei toonaarden op aan zijn moeder te steunen nu hij de enige is die voor haar overblijft en sluit af met:
“Dus beste Piet beloof je mij dus, wees goed en lief voor Moeder, je weet die heeft het nu zeer zwaar, help haar het leven te verlichten waar je het kunt, ik reken op je maak het Moeder zoo licht mogelijk
Vaarwel lieve jongen als steeds
je Vader”
Vanuit de nabij het Oranjehotel gelegen Alexanderkazerne is een vrachtwagen met een commando van de Duitse politie naar het gevangeniscomplex gekomen. Daarmee wordt Van Hamme via de Oude Waalsdorperweg de duinen ingereden. In een tweede auto zitten de Duitsers Seiler, justitie-inspecteur Weissbach, de veldarts Dangel en Duitse politiemannen. Dominee Bos rijdt ook met hun mee. Het laatste stuk in de duinen wordt lopend afgelegd. Van Hamme loopt op klompen, weet ds Bos zich kort na de bevrijding in 1945 te herinneren. Bij aankomst op de executieplaats worden om 08.38 uur nogmaals de identiteit gecontroleerd en het vonnis en de afwijzing van het gratieverzoek voorgelezen. Het executiepeloton voltrekt het vonnis en om 08.40 stelt dokter Dangel de dood van Richard van Voitus van Hamme vast. De Amsterdamse filiaalhouder en koopman is achtendertig jaar geworden en wordt ter plekke naamloos begraven in het duinzand.

Graf Voitus van Hamme: C in de rode cirkel
(Bron Gemeentearchief Wassenaar)
Nog dezelfde dag staat op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad en in tal van andere kranten in een kort bericht dat het doodvonnis van “Den Nederlander Voitus van Hamme” in verband met wapenbezit vandaag is voltrokken. De dagen daarna zullen nog vele tientallen regionale kranten hetzelfde bericht afdrukken.
De dag na de executie wordt vanuit Den Haag een aangetekend pakket -met volgens het reçuutje een gewicht van 843 gram- per post aan mevrouw Van Hamme verzonden. Wat kleine bezittingen van haar man en daarbij waarschijnlijk de afscheidsbrieven. Elizabeth komt snel tot het plaatsen van een overlijdensadvertentie, die de volgende dag al in de krant staat.

(via Delpher)
Op 9 november wordt van Duitse zijde een brief gezonden naar de gemeentesecretarie van Den Haag, dat Van Hamme op 4 november om 08.40 uur is overleden. Ruim een week later schrijft hoofdcommies Boekhout, ambtenaar van de Burgerlijke Stand, hem bij in het overlijdensregister.
Elizabeth is wel geschokt, maar niet verlamd door het bericht over de dood van haar man. Ze wil zelf graag zorgdragen voor een waardige begrafenis van haar Richard, al heeft ze geen idee heeft waar zijn lichaam zich op dat moment bevindt. Daarvoor wendt ze zich na een aantal dagen tot notaris Van de Berg aan de Keizersgracht in Amsterdam. Die meent de meeste kans van slagen te hebben dit via het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag te spelen. Maar het Rode Kruis krijgt nul op het request van de Duitse instanties. Ook de plaats waar Van Hamme begraven is blijft onbekend.
Doorbetaling
Elizabeth probeert in de maanden die volgen de draad weer op te pakken. Samen met haar zoon woont ze nu in bij een buurvrouw die kamers verhuurt, een paar huizen bij Fotohandel Lux vandaan. Ze moest binnen een week na de arrestie van haar man met spoed de dienstwoning achter de fotozaak verlaten. Kennelijk wilde de werkgever van haar man zo openlijk afstand nemen van de arrestaties en wapenvondsten en de goede zaken die hij met Duitsers deed niet in gevaar brengen. De dienstwoning is in gebruik genomen voor de winkelactiviteiten en er heeft niemand meer gewoond. Buiten zicht van de Duitsers en het publiek laat de eigenaar van Fotohandel Lux zich van een andere kant zien. Tot een halfjaar na de dood van zijn filiaalchef betaalt hij mevrouw van Hamme Richards salaris door.

(foto Dienst Publieke Werken, Stadsarchief Amsterdam)
Zoals Van Hamme zijn vrouw tijdens een van de drie korte bezoeken aan hem in Scheveningen had geadviseerd zet ze de voorgenomen aankoop van de woning in de Rivierenbuurt door. In januari 1943 is de koop rond. De Joodse bewoners verhuizen naar de Transvaalbuurt, van waaruit ze enige tijd later tot het einde van de oorlog onderduiken en veilig zijn in Friesland. Op 13 maart wordt de verhuizing van Elizabeth en haar zoon naar de Zoomstraat in het bevolkingsregister van Amsterdam opgenomen.
Groot is intussen het verdriet en groot is het toenemend verlangen naar bevrijding uit de Duitse Nazi-overheersing. Maar er is ook een sprankje hoop dat de verrader wordt gevonden en zijn of haar verdiende loon krijgt.
Bronnen
Benda-Beckman, B von, Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen (2019)
Hazenberg, FR ea, Wassenaar in de Tweede Wereldoorlog, Wassenaar (1995)
Weber, EP, Gedenkboek van het Oranjehotel (3e herziene druk 2016)
Bos, W, Herdenkingsrede 27 september 2008, Stichting Oranjehotel, Den Haag
Gemeentearchief Den Haag
Gemeentearchief Wassenaar
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Delpher
Nationaal Archief, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Stadsarchief Amsterdam
Verzetsmuseum, Amsterdam
Oorlogsbronnen.nl

(Fotobureau Thuring, collectie Haags Gemeentearchief)