Bernard Davids duikt eind juli 1942 onder bij Richard en Elizabeth Voitus van Hamme aan de Roelof Hartstraat 4 in hun dienstwoning achter de winkel van fotohandel Lux. De 23-jarige Bernard is etaleur van beroep en is een kennis van de Van Hammes. Thuis, aan de Waalstraat 28-I, is het voor de Joodse Bernard niet meer veilig. Vanaf medio juli 1942 gaan er transporten vanuit Westerbork naar Auschwitz.
Davids heeft zich voorbereid op de onderduik door onder andere het regelen van een persoonsbewijs met zijn eigen naam en geboortedatum, maar zonder de “J”. Ongeveer een week na het begin van zijn onderduik wordt zijn nieuwe persoonsbewijs geleverd. Daarna wordt het oude opgeborgen in de in het voorjaar van 1941 juist vanwege de oorlogstijd aangelegde kluis. Bergplaats voor waardevolle papieren, geld en sieraden in de muur tussen de gang en de woonkamer.
Onderduikplek
Bernard heeft voor enkele dagen onderdak gevraagd bij de Van Hammes. Praktisch gezien kan dat goed. Het woongedeelte is vanuit de winkel niet zichtbaar door de tussenliggende gang en de beide slaapkamers liggen onder de woonkamer en keuken, ook aan de achterkant in het onderkelderde pand.
De kleinere slaapkamer is vanaf de intrek in de woning in 1929 de kamer van Piet, zoon uit Elizabeths eerdere huwelijk. Hoewel Richard bij zijn huwelijk in 1928 23 jaar oud is, is hij als een vader voor de dan 12-jarige jongen. Piet haalt na de lagere school het diploma montage aan de dag-ambachtsschool en wordt chauffeur-monteur. In later jaren werkt hij als draaier in de metaalindustrie en wordt in oktober 1941 via het Gewestelijk Arbeidsbureau Amsterdam tewerkgesteld bij AEG in Berlijn. Vanaf die tijd wonen de Van Hammes met z’n tweeën.
Huiszoeking
Onderduiker Bernard Davids houdt zich overdag schuil in huis en maakt ’s avonds een ommetje in de buurt voor wat lichaamsbeweging en frisse lucht.
Op vrijdagmiddag 21 augustus als Van Hamme niet thuis is en zijn vrouw naar bezoekers in de winkel gaat zit hij in de woonkamer. De Nederlandse agenten van politie die naar aanleiding van een tip over vuurwapens, illegale lectuur en zwarthandel huiszoeking komen doen vragen vanwege zijn voorkomen naar zijn persoonsbewijs en de reden van zijn aanwezigheid. Het persoonsbewijs wordt gecontroleerd en blijkt in orde te zijn. Bernard vertelt de onverwachte bezoekers dat hij op visite is.
Fatale ontdekking
Na thuiskomst wordt Van Hamme gedwongen de muursafe te openen en dan komt onder andere het echte persoonsbewijs van David tevoorschijn. Als de politiemannen hem daarmee confronteren roept hij uit “Ik ben verloren en geef het op”.
Samen met Van Hamme wordt hij naar het hoofdbureau van politie aan de Elandsgracht gebracht, waar ze om 17.45 uur worden ingeschreven in het arrestantenboek van de cellenwacht.
Bernards beide persoonsbewijzen waren al in beslag genomen, zijn horloge en het geld dat hij op zak heeft (32 cent) moet hij afgeven. Daarna wordt hij opgesloten in cel B6. Van Hamme gaat naar B12.
In het politierapport van die dag wordt genoteerd dat zij vastzitten op last van de chef van bureau Inlichtingendienst Nieuwe Doelenstraat.
Het arrestantenboek geeft de volgende dagen aan dat Davids en Van Hamme steeds alleen en steeds in dezelfde cel zitten. Op dinsdag 26 augustus tegen kwart voor elf worden zij -samen met nog vier arrestanten van bureau Nieuwe Doelenstraat- door dezelfde agenten door wie ze vóór het weekend gearresteerd zijn, overgebracht naar de Sicherheitsdienst (SD) in de Euterpestraat.* De processen-verbaal van de Nederlandse politie zijn dan al opgemaakt. Dat over Bernard Davids is betrekkelijk kort. In de kern vermeldt het: hij is Joods, gebruikte een vals persoonsbewijs en was ondergedoken.
SD verhoren
De SD zit in de Euterpestraat in een schoolgebouw, waar in de kelder cellen zijn gemaakt.
De onderzoeken worden voortgezet. Dat van Van Hamme is het uitgebreidst, omdat hij behalve van het verlenen van onderdak aan Bernard Davids ook van tal van andere zaken wordt beschuldigd.
Beide mannen worden afzonderlijk verhoord en hun verklaringen stemmen in hoge mate overeen. Ze vertellen de waarheid òf hebben hun verhalen “voor het onverhoopte geval dat” van tevoren heel goed afgestemd.
Davids vertelt ondergedoken te zijn uit angst voor tewerkstelling in Duitsland en geeft nu als beroep fabrieksarbeider op. De naam van degene die zijn persoonsbewijs leverde zegt hij niet te kennen: “Waarschijnlijk een Joodse man; hij had tenminste een ster op.”
In de stukken over Van Hamme staat een aantekening van 28 augustus 1942 van de SS Sturmscharführer und Kriminalsekretär dat Davids’ zaak los van het dossier van Voitus van Hamme door afdeling IV-B op dit bureau verder onderzocht wordt.**
Op transport
Bij hun vervoer naar de Euterpestraat of misschien nog tijdens de dagen van hun gezamenlijke aanwezigheid bij de SD zien Bernard Davids en Richard van Hamme elkaar voor het laatst.
Davids wordt waarschijnlijk binnen een enkele dag overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg en komt op donderdag 18 september aan in kamp Westerbork. De maandag daarna gaat hij met 712 anderen op transport. Lopend van Westerbork naar station Hooghalen en dan per 3e klas trein bij Nieuwe Schans de grens over, via Bremen, Hamburg en Berlijn naar Auschwitz in Polen waar ze de volgende dag aankomen.
Op zondag 31 januari 1943, een maand of vier na aankomst, is de 24-jarige Bernard Davids vermoord.
Na de oorlog
Kort na de bevrijding, op 16 juni 1945, krijgt de politie een bericht over de arrestatie van Richard Voitus van Hamme. De volgende dag al belt een agent aan bij Elizabeth Voitus van Hamme op de Zoomstraat voor informatie en een eerste proces-verbaal. In een proces-verbaal van juli 1946 verklaart Elizabeth uitgebreid over Bernard Davids. Na zijn arrestatie heeft zij niets meer van hem vernomen. Naar haar idee wist niemand dat ze een onderduiker in huis hadden. Zonder de huiszoeking zou hij naar haar overtuiging niet zijn ontdekt.
Uit de gerechtelijke dossiers van betrokken Nederlandse politiemannen en van enkele anderen die zeker of mogelijk bij het verraad betrokken waren blijkt inderdaad niet dat iemand wist van de onderduik of getipt heeft over Bernard.
Verlies blijft
De bureauchef en de beide politiemannen van de Nieuwe Doelenstraat die de arrestatie verrichtten -die alle drie nog meer op hun kerfstok hebben- worden ook voor hun betrokkenheid bij arrestatie en dood van Davids en Van Hamme veroordeeld. De NSB-journalist die ontvangen informatie doorbelde aan bureau Nieuwe Doelenstraat ontloopt zijn straf evenmin.
Het grote verdriet om het verlies door de dood van zoon en broer David en van man en pleegvader Richard blijft. Ook ver na de oorlog.
* Op 27 mei 1945 wordt de naam veranderd in Gerrit van der Veenstraat.
** “IV-B” was de Gestapo-afdeling die zich richtte op de tegenstanders van het Derde Rijk.; een onderafdeling daarvan in het bijzonder op de Joden.
Bernard Davids wordt geboren op 28 oktober 1918 in Amsterdam. Na de lagere school krijgt hij twee jaar vervolgonderwijs, waarna hij etaleur wordt. Hij is 1 meter 70 lang en slank. Zijn militaire dienst vervult hij bij het 18e Regiment Infanterie.
Hij woont samen met zijn ouders en zijn 9 jaar oudere broer Emanuel (Eddy) eerst aan de Alexanderstraat 3-I (tussen het Tropenmuseum en Artis) en vanaf 1939 aan de Waalstraat 28-I in de Rivierenbuurt.
In het voorjaar van 2021 is zijn naam toegevoegd op het herinneringsmonument aan de Gerard Terborgstraat, waarop de bewoners van Samenwerking staan vermeld die in de oorlogsjaren 40-45 slachtoffer werden van het naziregime.
Bronnen
Archief ACW Samenwerking BA, Amsterdam
Arolsen Archives, ITS, Bad Arolsen, Duitsland
Delpher, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Joods Monument
Nationaal Archief, Den Haag
Stadsarchief Amsterdam