Op een stralende zomerdag loop ik de ondergrondse expositieruimte van Kamp Amersfoort binnen, met daarin tien levensverhalen van kampgevangenen en bewakers. Bekende namen en onbekende namen, zoals die van Sabine Zuur. In de lade van de vitrine met haar biografie liggen twee documenten. In één daarvan zie ik verrast de naam Antonius Nieuwenhuisen staan. De Goudse verzetsman naar wie ik de afgelopen jaren onderzoek heb gedaan. Al snel is duidelijk dat dit over onbekende gebeurtenissen uit zijn tweede verblijf in Amersfoort gaat: hoe de wegen van Toon en Sabine elkaar kruisen in oktober 1943.
Opnieuw in Amersfoort
Toon Nieuwenhuisen is ruim anderhalf jaar geleden gearresteerd als hij op zaterdag 9 oktober 1943 voor de tweede keer in Kamp Amersfoort arriveert. Dit maal is hij met 27 anderen overgebracht vanaf de Kriegswehrmachtgefängnis aan de Gansstraat in Utrecht. In mei is het Inlichtingendienst-proces gehouden (ook wel: “proces-Van Hattem”), waarin een twintigtal ter dood veroordeeld wordt. Nieuwenhuisen en vele anderen worden gelinkt aan de inlichtingendienst van Van Hattem met ernstige, maar minder zware beschuldigingen. Zij worden “abgetrennt” en zullen met onbekende bestemming als in nacht en nevel opgaan; vertrekken met onbekende bestemming en zonder enig contact met familie en anderen. Annie Nieuwenhuisen-van den Eng in Gouda ontvangt een laatste teken van leven van haar man in september vanuit Utrecht.
In onzekerheid en afwachting van een volgend transport worden de Nacht-und-Nebel-gevangenen in Amersfoort ondergebracht in Block III met extra bewaking. Sabine Zuur, beschuldigd van spionage en ook Nacht-und-Nebel-gevangene, wordt in dezelfde groep vanuit Utrecht overgebracht. Zij wordt als een van de weinige vrouwen in het kamp voor extra bewaking ondergebracht in cel 18 van de bunker.
Sabine Zuur
Sabine Louise Engeline wordt geboren op 15 juli 1918 in Semarang, Nederlands-Indië. Haar ouders zijn beiden in Den Haag geboren en afkomstig uit zakenmilieu’s. Vader Zuur is bankier.
In 1924 keert het gezin terug naar Nederland, gaat in Den Haag wonen en verhuist keer op keer. De extraverte Sabine wordt secretaresse, heeft een grote vriendenkring, houdt van feesten en partijen en geniet van het leven.Hulp aan verzet
In 1961 maakt Sabine een kort verslag van haar oorlogsgeschiedenis. Ze ziet haar activiteiten in die tijd niet als verzetswerk, maar als assistentie aan het verzet en vrienden die in het verzet zaten. Het was breed een scala van hulp. Ze verschaft voor korte of langere tijd onderdak aan illegalen, biedt gelegenheid voor vergaderingen bij haar thuis, geeft telefonische berichten voor verzetsmensen door, verzorgt maaltijden, verbergt een geheime zender, verkent voorafgaand aan besprekingen de omgeving van de plaats van samenkomst of de kust veilig is en brengt waar nodig personen met elkaar in contact.
Assistentie lijkt met zo’n opsomming een wel erg bescheiden aanduiding voor haar inzet en betrokkenheid. Verzetsmensen voor wie zij wat doet zijn onder anderen dokter Krediet, Adriën Moonen, Bill Roekse, Peter Tazelaar (met wie zij na de oorlog trouwt) en Stuuf Wiardi Beckman.Arrestatie
Verraad wordt haar fataal als ze contact legt tussen enkele personen in verband met informatie over de Duitse kustverdediging. Eind april 1943 wordt Sabine Zuur in Den Haag gearresteerd, zit eerst in het Huis van Bewaring aan de Havenstraat in Amsterdam en aansluitend in de Kriegswehrmachtgefängnis in Utrecht. Ze wordt op 27 augustus veroordeeld wegens spionage en hulp aan de vijand. Ook zij moet als Nacht-und-Nebel-gevangene verdwijnen. Op 9 oktober gaat ze naar Amersfoort voor ze aan het eind van de maand via Kleve op 1 november 1943 in vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück arriveert.
Sabine in de bunker
Een kampgevangene geeft aan de Duitse leiding door dat twee Blöckführers de Nederlandse kampkok Frans van den Berg bij het afleveren van het eten de gelegenheid hebben gegeven om één-op-één met Sabine Zuur te praten. De dag daarna spreekt Van den Berg de 25-jarige Sabine opnieuw. Nu bijna een halfuur. Volgens zijn verklaring als hij verhoord wordt praten ze over alledaagse zaken en vraagt hij haar waarom ze vastzit. Frans van den Berg geeft toe tijdens het gesprek bij haar op de brits in de cel gezeten te hebben. Intussen zijn er door Westerhuis, een derde Blockführer, sigaretten en een brief voor Sabine gesmokkeld.
De komst van een jonge vrouw in het nagenoeg geheel door mannen bevolkte kamp heeft nogal wat losgemaakt. Sabine is samen met de Nacht-und-Nebel-gevangenen uit Utrecht overgebracht. Aan een van hen was zij tijdens het transport met een handboei vastgemaakt. De Utrechtse gevangenen weten wie zij is en zijn haar ter wille met de schaarse sigaretten die in het kamp aanwezig zijn. Toon Nieuwenhuisen zamelt die voor haar in en steekt die in de zak van de Nederlandse bewaker van de Germaanse-SS Westerhuis om aan Sabine door te geven. Bovendien smokkelt Westerhuis een brief naar haar.
“Frans de Kok”
Politiek gevangene Frans van den Berg wordt op 2 juli 1904 in Middelburg geboren. Hij is kok en cateraar en werkt in 1941 in Den Haag als hij verraden wordt vanwege zijn anti-Duitse uitlatingen. Met andere communisten verblijft hij tot midden augustus 1941 in kamp Schoorl, waarna hij naar Kamp Amersfoort gaat. Gevangene nummer 158 blijft tot de bevrijding in Amersfoort, wat ongetwijfeld te danken is aan zijn bekwaamheden en ervaring als kok, waaraan hij ook zijn bijnaam te danken heeft. Zijn functie geeft hem grote vrijheid op veel plaatsen binnen het kamp te komen, waardoor hij van veel zaken op de hoogte raakt. Zo ook van de opsluiting van een vrouw in de bunker in het Duitse gedeelte van het kamp op 9 november 1943.
Van den Berg overleeft de oorlog als kok in Kamp Amersfoort. De eerste drie maanden na het vertrek van de Duitsers zet hij zijn werkzaamheden voort als het Nederlandse Rode Kruis de regie overneemt.
Bier en eau de cologne
Onder verantwoordelijkheid van de kampcommandant Berg wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar wat zich heeft afgespeeld en vooral wie daarin welke rol heeft gespeeld. Drie bewakers zijn hun boekje ver te buiten gegaan, zo blijkt uit de verhoorverslagen. Ze wringen zich in allerlei bochten om hun gedrag goed te praten, op zijn minst te bagatelliseren en anderen verantwoordelijkheid in de schoenen te schuiven.
Ongeveer een week na de gebeurtenissen wordt Toon Nieuwenhuisen als enige van de Utrechtse gevangenen verhoord. Hij geeft toe een flesje bier van bewaker Westerhuis gekregen te hebben. Over een tweede sigaretten-inzameling vertelt hij dat die op verzoek van Westerhuis zelf is gedaan. Gelijk met de sigaretten heeft Nieuwenhuisen ook een flesje eau de cologne voor Sabine meegegeven. Maar een paar dagen later heeft Westerhuis de spullen teruggegeven en zegt die niet te kunnen afleveren in de bunker omdat hij gecontroleerd wordt.
Over medegevangenen heeft Toon het niet in zijn verhoor. Wel vermeldt hij nog dat Westerhuis een zeer praatgrage bewaker is die zich tijdens zijn dienst met tal van gevangenen onderhoudt. Over andere bewakers verklaart hij geen informatie te hebben in relatie tot sigaretten en smokkelwaar. Daarna ondertekent hij het proces-verbaal van het verhoor.
Bestraffing
Voor Toon Nieuwenhuisen, Sabine Zuur en Frans van den Berg blijkt opvallend genoeg nergens straf. Dat pakt anders uit voor de drie Nederlandse bewakers die in Duitse dienst zijn. Zij zijn na deze gebeurtenissen niet meer te handhaven in hun rol in Amersfoort. Een van hen gaat met zijn verhoorverslag naar Kamp Vught, waarin ook nog staat geschreven dat de kwaliteit van zijn werk in Amersfoort sowieso al te wensen overliet. Een ander gaat voor afhandeling van zijn zaak naar de SS-Stammkompanie in Den Haag. En de laatste zit in arrest en wordt volledig ongeschikt geacht voor zijn functie door zijn superieuren.
Sabine en Toon zullen elkaar niet meer hebben gezien. Ze vertrekken eind oktober 1943 vanuit Kamp Amersfoort, elk op ander transport en met verschillende bestemmingen. Beiden gaan een hoogst onzekere toekomst tegemoet.
Sabines oorlog: hoe mijn moeder de kampen overleefde
Onder deze titel verschijnt in 2021 de vertaling van het boek dat Eva Taylor-Tazelaar schreef. Haar moeder is in 2012 overleden en in haar nalatenschap vindt zij een koffer met veel foto’s, en tal van documenten over haar oorlogstijd, waarover ze haar hele leven bar weinig vertelde. Uit de aangetroffen gegevens en uit onderzoek verkregen aanvullingen en achtergronden leert ze haar beter kennen en beschrijft zij het verhaal van haar moeder. Daarin krijgt ook Sabines korte verblijf van oktober 1943 in Amersfoort met enkele pagina’s een plaats, overigens zonder dat daarbij de naam Nieuwenhuisen valt.
Bronnen
Taylor-Tazelaar, Eva, Sabines oorlog: hoe mijn moeder de kampen overleefde (2021)
Algemeen Dagblad, 6 april 2021, interview Hans van Zon met Eva Taylor-Tazelaar
Volkskrant, 8 januari 2018, artikel Peter de Waard over vader en zoon Van den Berg
Archief Eemland, Amersfoort
Arolsen Archives, ITS, Bad Arolsen, Duitsland
Haags Gemeentearchief, Den Haag
Nationaal Monument Kamp Amersfoort
• toegang 2019, inv.nrs 156 tm 168
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag
Verzetsmuseum Amsterdam
kampamersfoort.nl
oorlogsbronnen.nl
verzetsverhalen.com