De Goudse advocaat Jan Smit is net weer naar bed gegaan omdat hij zich niet lekker voelt, de morgen dat de Sicherheitsdienst thuis aan de Martenssingel aanbelt om hem te arresteren. Behalve Smit worden ook kassier De Langen, rijwielhersteller Nieuwenhuisen, rechercheur Peters en oud-officier Van Roijen die ochtend in arrest genomen. De Langen wordt als enige op zijn werk en vermoedelijk als laatste van de vijf opgepakt. Hij wordt eerst een aantal uren vastgehouden als arrestant in een cel op het politiebureau aan de Markt. De anderen worden net als Smit thuis aangehouden en rechtstreeks naar “het Oranjehotel” de onderzoeks- en strafgevangenis in Scheveningen overgebracht.
De arrestaties vinden plaats op de vrieskoude vrijdag 13 maart 1942, op betrekkelijk weinig concrete verdenking van deelname aan een verzetsorganisatie. De berichten dat ze opgepakt zijn sijpelen die dag geleidelijk door in Gouda.
Enkele uren na de arrestatie van Nieuwenhuisen worden zijn wapens door collega-verzetsmensen MA de Korte en J Koemans in grote haast weggehaald en in de bakkerij van broer A de Korte verborgen. De Langen wordt in de loop van de morgen ingeschreven in het arrestantenboek bij de politie. Hij gaat in opdracht van de Sicherheitspolizei voor enige uren de cel in, waarschijnlijk in verband met een vervoersprobleem.
Om kwart over één ’s middags wordt in het dag- en nachtrapport van de Goudse politie vermeld dat mr dr J Smit door de Sicherheitspolizei is aangehouden en meegenomen naar Den Haag. Ruim een uur later wordt over hun collega genoteerd dat “de Hoofdagent-Rechercheur Peters door de SD te ’s-Gravenhage van zijn woning alhier is weggehaald en mede genomen [is] naar ’s-Gravenhage.”
Berichten over Nieuwenhuisen en Van Roijen komen die dag zover bekend niet bij de politie Gouda terecht.
Een driemanschap
De Langen (Verlengde IJssellaan), Nieuwenhuisen (Verlorenkost) en Peters (Goejanverwelledijk) hebben sinds december 1940 contact met elkaar in de gezamenlijke wil zich te verzetten tegen de Duitsers. Marinier De Langen verhuist na de capitulatie van het Nederlandse leger naar Gouda. Nieuwenhuisen is geboren en getogen in Gouda en is bekend als rijwielhersteller. Peters woont en werkt als agent van politie sinds 1938 in Gouda.
Hoewel het eerste verzet in Gouda al enkele maanden na de Duitse bezetting van de grond komt, duurt het geruime tijd voor aansluiting bij andere groepen en vooral een landelijke organisatie wordt gevonden. Door een bijzondere samenloop van omstandigheden wordt eind maart, begin april 1941 contact gelegd met twee landelijke organisaties, die vanuit Den Haag en Delft geleid worden.
Chantage
Medio februari 1941 wordt de Joodse winkelier Wijnberg aan de Markt per brief gesommeerd een bedrag van fl 1.000,- of als hij dat niet heeft fl 800,- af te geven. Anders wordt aan de Duitsers doorgegeven dat zijn 16-jarige zoon zich met illegale zaken bezig houdt. Wijnberg krijgt de brief pas onder ogen als het ultimatum al verlopen is. Kort daarna volgt een tweede brief, waarna in overleg met de politie de chanteur wordt opgewacht. Bij de postbus van het postkantoor aan de Oosthaven vindt in plaats van overdracht van geld een arrestatie plaats. Het blijkt een marinier op wachtgeld uit Den Helder te zijn, die bij zijn ouders in de regio logeert. Hij heeft kennissen in Gouda en heeft bij hen wat over de winkelierszoon opgevangen. Om zijn financiële problemen op te lossen wil hij Wijnberg senior afpersen.
De chanteur wordt ingesloten op het politiebureau en beseft dat hij erbij is. Maar hij krijgt het vooral benauwd omdat er in zijn huis in Den Helder een nog niet verzonden brief met bezwarende gegevens ligt. Belastend voor hem als schrijver van de brief én voor de geadresseerde. Buiten de procedure van verhoren om neemt hij rechercheur Peters in vertrouwen en vertelt van de brief. Dat de brief zo gauw mogelijk uit zijn huis moet verdwijnen is duidelijk. Peters vraagt De Langen naar Den Helder te gaan om de brief in veiligheid te brengen.
Aansluiting gevonden
De brief blijkt bestemd voor Hans Maas in Hillegersberg, een vliegtuigconstructeur die net als de arrestant bezig is een mogelijkheid te vinden om naar Engeland te ontkomen. Maas behoort tot de kern van medewerkers van het Algemeen Hoofdkwartier van de Ordedienst, dat in die tijd in Den Haag gevestigd is. Bovendien heeft hij relaties met de inlichtingendienst van Van Hattem in Delft. Hans Maas brengt het verzetsdriemanschap met beide organisaties in contact. Nu de verbinding is gelegd kan Gouda ingepast worden in de Ordedienst die in opbouw is. Binnen enkele weken arriveert er al een koerier voor afspraken en het ophalen van verzamelde informatie over Duitse activiteiten in Gouda en directe omgeving.
Contact met de Ordedienst
Nu er in Den Haag enkele namen vanuit Gouda bekend zijn bezoekt na enige tijd de Molukse kapitein Latuperisa de werkplaats van rijwielhersteller Nieuwenhuisen aan de Hoge Gouwe. De KNIL-officier is in 1939 voor opleiding aan de Hogere Krijgsschool vanuit Indië naar Nederland gekomen, maar kan door de mobilisatie niet terug. Na de capitulatie gaat hij in het verzet. Bij zijn bezoek aan Nieuwenhuisen laat hij de helft van een Turks pasje achter, zodat een volgende bezoeker zich met de helft die hij houdt, kan legitimeren.
Het is een mooie, zonnige dag in augustus 1941 als een tweetal jongemannen, voormalige cadetten van de KMA, bij Nieuwenhuisen in zijn werkplaats langs gaat. Hun doel is onder andere om Gouda meer aan hun organisatie te binden. Nieuwenhuisen laat weten dat er behoefte is aan een officier, die als commandant in Gouda kan optreden. Hij vertelt zonder een naam te noemen dat er al contact met een officier is geweest. De jonge koeriers uit Den Haag begrijpen uit zijn omschrijving dat hij het over de eerdere bezoeker Latuperisa heeft. Nieuwenhuisen vertelt over wapens en laat zien welke munitie hij in zijn werkplaats heeft. Daar zijn de bezoekers niet van onder de indruk; ze omschrijven het later als “een partij roestige munitie”. Voor ze weer uit Gouda vertrekken hebben ze kort contact met oud-marinier Van Langen en rechercheur Peters.
Twee Goudse officieren
In de tijd die volgt raken nog twee Gouwenaars betrokken bij het werk van de Ordedienst. De 57-jarige Smit, die zijn hele leven al in Gouda woont, en Van Royen die eind 1940 vanuit Soest aan de Joubertstraat is neergestreken. Beiden zijn vanuit Den Haag benaderd voor deelname aan de Ordedienst. De organisatie heeft tot doel om, zodra de Duitsers zijn verslagen of eigener beweging uit Nederland vertrekken, een gezagsvacuüm te voorkomen. Dit in afwachting van de terugkeer van de Nederlandse regering die in Londen zit.
Dat zij worden aangezocht, Smit als stadscommandant Gouda en Van Roijen als districtscommandant, is gezien hun staat van dienst niet verwonderlijk. Van Roijen was officier en Smit reserveofficier, en beiden waren in de oorlogsdagen van mei 1940 onder de wapenen. Smit in de rang van luitenant-kolonel bij de Infanterie en Van Roijen als kolonel van de Genie.
Smit heeft vroeger in het onderwijs gewerkt, is geswitcht naar de advocatuur en is in de jaren dertiger commandant van de Burgerwacht in Gouda. Hij is erg terughoudend in deelname aan de Ordedienst en wil vooral bijdragen als de bezetter is verslagen of vertrokken.
De 57-jarige Van Royen heeft carrière gemaakt in het leger en heeft zijn sporen verdiend als pionier en directeur in de militaire luchtvaart, die tussen de beide wereldoorlogen volop in ontwikkeling was, en als commandant in het 1e Genie-commandement..
Meer arrestanten
De vijf Gouwenaars zijn niet de enigen die de 13e maart ingeschreven worden in het arrestantenregister van het Oranjehotel. Zo’n 25 anderen worden ook in hechtenis genomen in de zaak “Nordpoll”, zoals de Sicherheitspolizei het onderzoek noemt dat nog maar net begonnen is. Onder hen bevindt zich de gewestelijk commandant Zuid-Holland Van de Kasteele. Een gepensioneerd generaal die na decennia Indië is teruggekeerd naar Nederland. Ook Latuperisa behoort tot de arrestanten. Net als oud-marinier Vergouw, die De Langen vergezelde naar Den Helder om de belastende brief te bemachtigen. Op één van de twee jonge KMA-cadetten -met wie de landelijke contacten voor Gouda een impuls kregen- is druk jacht gemaakt die dag. Hij weet uithanden van de Duitsers te blijven.
Over Nieuwenhuisen is al een beeld ontstaan uit blogs en interviews op deze site.
Wat zijn de achtergronden en lotgevallen van de anderen?
Over deze vier Goudse arrestanten volgen de blogs:
- 9 maanden van huis (Smit)
- gevallen in Amersfoort (Van Roijen)
- retour uit Neuengamme (De Langen)
- bevrijd in Dachau (Peters)
Bronnen
Dam, MJ van, Gouda in de tweede wereldoorlog, 2006, 2e herziene druk
Langen, AA de, Overleven, 1992
Maarsingh, HJ, De illegaliteit in Gouda van 1940 tot 1945, 1993
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Libertum, Gouda
Nationaal Archief, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies, Amsterdam
Streekarchief Midden-Holland, Gouda
Groot Gouda
Militaire Spectator
ogs.nl