Toon Nieuwenhuisen heeft ruim vijf maanden in de gevangenis aan de Gansstraat in Utrecht gezeten als hij weer op transport gaat. De plaats van aankomst blijkt bekend voor hem en een aantal van zijn medegevangenen. Ze komen in kamp Amersfoort, waar hij van begin november 1942 tot begin maart 1943 ook gevangene was en dat intussen fors is uitgebreid. Maar nu is het verblijf voor korte tijd: de aankomst is op zondag 24 oktober 1943 en het vertrek is twee dagen later. Per trein gaat het naar een onbekende bestemming, die Natzweiler-Struthof blijkt te zijn. Daar arriveren ze op woensdag op 27 oktober met omstreeks 65 Amersfoortse gevangenen. Een dag eerder is ook een groep van vergelijkbare omvang vanuit Amersfoort aangekomen. In beide groepen zitten bekenden van Nieuwenhuisen uit het Ordedienst- en het Inlichtingendienst-proces en de plaatsen waar hij intussen al anderhalf jaar gevangen zat.
Natzweiler is een concentratiekamp in de Elzas in Frankrijk, net over de grens met Duitsland, op ca 50 kilometer afstand van Straatsburg. Een kamp waar de zwaarst gestraften heen gaan, die als in nacht en nevel moeten opgaan. Het regime is uiterst zwaar, de omstandigheden onmenselijk, het aantal doden schrikbarend. Wat het leven mentaal ook zwaar maakt is dat er geen contact mag zijn met familie, geen brieven, geen pakketten. Geen morele en praktische ondersteuning. Ook de familie weet niet waar de gevangen heen zijn gegaan. Bij ziekte of overlijden gaat er geen bericht naar huis. Het isolement is nagenoeg compleet en dus zijn de gevangenen aangewezen op elkaar.

(bron Natzweiler.nl)
In het plaatsje Rothau is het dichtst bij Natzweiler gelegen station, waarna de nieuw aangekomen gevangenen soms lopend en soms met een vrachtwagen naar het op een 800 meter hoge bergtop gelegen kamp gaan. Het ligt aan de noordkant van de berg en het is er in de winters die lang duren erg koud, ook door sneeuwstormen, regen en mist.
Wat de gevangenen bij hun aankomst zien geeft al snel een indruk van wat hen te wachten staat. Sommigen zien direct al hoe een bewaker een jongen met een hamer de schedel inslaat. Het is nog maar een voorbode van wat hen te wachten staat aan gruwelijkheden en onmenselijkheid.
Gevangene 5660
Bij binnenkomst worden ook van gevangenennummer 5660 zijn bezittingen geregistreerd, ook al zijn die zeer beperkt van omvang. Naast enkele kledingstukken bestaan die uit drie zakdoeken, een tandenborstel, een lepel, een kam en bretels. Een horloge, trouwring of portemonnee heeft hij dan al niet meer.
Er vinden meer administratieve handelingen plaats. Zo moeten vragenlijsten ingevuld worden en vindt er een medische keuring plaats. Uit de genoteerde gegevens ontstaat een nauwkeuriger beeld van Nieuwenhuisen. Hij is 1,76m, weegt 70 kg, heeft grijs haar, blauwe ogen en zijn gezicht wordt als ovaal omschreven. Verder gebruikt hij een leesbril, heeft een goed gehoor en een kunstgebit.
De vragenlijst met achtergrondinformatie over zijn persoon (echtgenote, ouders, opleiding, kinderziekten etc.) tekent hij op de achterzijde.

In het kamp is Wijnandus Pieters uit Apeldoorn, een grossier in levensmiddelen van ongeveer gelijke leeftijd, een vriend en vertrouweling. Ze werken in hetzelfde kommando – waarvan er 70 zijn in Natzweiler- slapen naast elkaar in de barak en delen verhalen over thuis. Ook spreken de katholieke Toon en de protestantse Wijnandus over de steun in hun geloof. Op vrijdag 17 december is Toon voor de tweede keer in gevangenschap jarig.
In mensonterende omstandigheden van mishandeling, ziekte en uitputting sterft bijna de helft van de kleine 600 Nederlandse gevangenen, in Natzweiler of in een van de kampen waarin zij daarna terechtkomen.
Ook de gezondheid van Toon Nieuwenhuisen heeft zwaar te leiden onder de erbarmelijke omstandigheden. Kort na aankomst wordt zijn gezondheid door een Duitse arts als “goed” beoordeeld en in november wordt hij ingeënt. Maar het werk is zwaar, de kou eist zijn tol en het eten is verre van toereikend. In de eerste maanden van 1944 is hij al twee keer zo ziek dat hij opgenomen wordt in de ziekenbarak. Begin mei loopt hij een longontsteking op die weken aanhoudt en een verblijf van twee maanden in de ziekenbarak tot gevolg heeft. Na zeven maanden kamp is hij 16 kilo kwijtgeraakt van de 70 kilo die hij bij aankomst woog. Intussen heeft hij ook reuma, waardoor hij zich moeilijk voortbeweegt.
Dachau
Op 6 juni 1944 is de geallieerde invasie in Normandië. Later die maand horen de Natzweiler-gevangenen dit nieuws ook, waar lang op is gehoopt en gewacht. De militaire successen van de Amerikanen en hun bondgenoten leiden in september tot verplaatsing van de gevangenen uit Natzweiler naar het concentratiekamp Dachau. Op 4 september vertrekt een trein met gevangenen naar Dachau, iets ten noorden van München, waar ze twee dagen later aankomen. Daar krijgt Nieuwenhuisen kampnummer 99680.
Sommigen denken bij de eerste indrukken die ze krijgen dat ze het daar wel zullen overleven, omdat het regime minder streng is. De eerste weken moeten ze in quarantaine om te voorkomen dat ze ziekten in Dachau brengen. In de praktijk blijkt dat ze op deze manier juist enkele weken gevrijwaard blijven van de ziekten die in het kamp circuleren. Bovendien geeft de betrekkelijke rust kans om enigszins op verhaal te komen.
Dautmergen
Drie weken na aankomst in Dachau, op maandag 27 september 1944, gaat een transport van 400 gevangenen van Dachau naar Dautmergen, allen politieke gevangenen en van een scala aan nationaliteiten. Onder hen zijn een kleine dertig Nederlanders van wie ongeveer de helft eerder ook in Natzweiler zat. Nieuwenhuisen was een van hen: Niemdenhuisen, Antonius, Hilfsarbeiter.

(bron Arolsen Archives)
De naam Nieuwenhuisen geeft nogal eens problemen bij vermeldingen, zodat die in vele spellingsvarianten voorkomt. De registratie van zijn beroep wisselt ook nogal eens. Vanaf zijn arrestatie wordt gesproken over rijwielhandelaar, instrumentmaker, Schleifer, Metall-Schleifer, Hilfsarbeiter, Autoschlossser
Kamp Dautmergen, dat onder Natzweiler valt, ligt zo’n 250 kilometer van Dachau en 90 kilometer ten zuiden van Stuttgart. Het is een locatie met omstreeks 1.800 hoofdzakelijk Poolse gevangenen. Nieuwenhuisen krijgt als nieuw kampnummer 36054. Het verblijf is eerst in tenten en later in barakken. De modder is een enorm probleem. Sommigen raken hun schoeisel daarin kwijt en moeten op blote voeten verder. Diefstal is aan de orde van de dag en medische zorg is nagenoeg afwezig. Het dagelijks rantsoen eten bestaat uit een snee brood met wat jam als ontbijt, een snee zonder beleg tussen de middag en ’s avonds driekwart liter waterige soep met aardappelen in de schil. Het verblijf is in alle opzichten hels, of zoals een overlevende het omschrijft: erger dan dit kan een volgend kamp niet zijn.
Terug naar Dachau
Op 21 oktober 1944 worden 100 gevangenen van Dautmergen naar Dachau getransporteerd: eenennegentig Polen, vier Fransen, drie Noren, één Italiaan en Nieuwenhuisen als enige Nederlander. Ook zij zijn allemaal om politieke redenen gevangen genomen. Er vinden regelmatig transporten van gevangenen plaats, vaak -zoals ook hier- om niet te achterhalen redenen. Terug in Dachau, na opnieuw een treinreis van twee dagen, wordt Nieuwenhuisen ingeschreven onder kampnummer 118678. Zover bekend is hij de enige uit Natzweiler die na Dachau en Dautmergen terugkeert in Dachau.

(bron Arolsen Archives)
Op 10 december is de gezondheid van Nieuwenhuisen zo zeer door vlektyfus aangetast dat opname in de ziekenbarak onontkoombaar is. Dat wordt door de gevangenen in Dachau zo lang mogelijk uitgesteld, omdat opname daar veelal sterven betekent. Dan komen de vrienden Toon en Wijnandus elkaar voor het eerst weer tegen. “Na onze evacuatie (…) zag ik hem eind 1944 wederom het “revier” ingaan en toen schrok ik zeer van hem. Hij was een skelet gelijk, en wel zo erg, dat in zijn blik, de dood mij aanzag.”
De volgende ochtend vroeg wordt bij de ochtendronde de dood van Toon Nieuwenhuisen geconstateerd. Pieters hoort met de kerst, als hij zelf met een dubbele longontsteking wordt opgenomen, dat zijn vriend Toon is overleden.

(bron Arolsen Archives)
Annie Nieuwenhuisen-van den Eng beleeft in Gouda de derde kerst in oorlogstijd zonder haar man. Ze leeft tussen hoop en vrees, onbekend met het lot van haar man van wie ze vijftien maanden geleden voor het laatst een teken van leven ontving: een brief uit Utrecht.
Bronnen
Bakels, Terug uit Nacht und Nebel, 2016, 20e druk
Piersma, H, Doodstraf op termijn, 2006
Withuizen, J, Weest mannelijk, zijt sterk, 2008, 2e druk
Arolsen Archives, ITS, Bad Arolsen, Duitsland
Nationaal Archief, Den Haag
NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocïdestudies, Amsterdam
Dachau.nl
Natzweiler.nl
Oorlogsbronnen.nl
Homepage: registratiekaartje Nieuwenhuisen, tweede periode in Dachau
bron Arolsen Archives