Op maandag 23 oktober 1944 staat de landwacht voor het filiaal van schoenenzaak Van Haaren aan de Kleiweg in Gouda, waarvan de 28-jarige Hendrikus Franciskus Haak chef is. Wat ze komen doen is niet duidelijk. Zijn huis aan de Eerste Kade wordt overhoop gehaald, maar er wordt niets belastends gevonden als de landwacht zijn huis doorzoekt. Vroeg in de volgende morgen wordt hij gearresteerd en vier weken vastgehouden op het politiebureau aan de Markt in Gouda. Dan gaat hij op transport. Naar Duitsland wordt hem verteld. Onderweg wendt hij serieuze lichamelijke klachten voor, waarna hij met medewerking van Nederlandse artsen bescherming in het militair hospitaal in Utrecht krijgt en daar “onderduikt”. Een week of drie voor de bevrijding keert hij terug in Gouda bij zijn overgelukkige familie.

bron: Utrechts archief

bron: SAMH, Gouda

bron: SAMH, Gouda