Op woensdagavond 7 oktober 1942 treft ds Hettinga als hij terugkomt van de mannenvereniging een onbekende bezoeker thuis. Die heeft mevrouw Hettinga verteld dat hij boekverkoper is en een afspraak met haar man heeft. Hij zal wel wachten tot Hettinga thuis is. Intussen is het huis omsingeld door Duitsers en mogen gemeenteleden die in de pastorie zijn het huis niet verlaten. Bij zijn thuiskomst wordt de 44-jarige Hettinga meteen gearresteerd.
Hettinga wordt niet direct gefouilleerd en ziet hij kans zich op het toilet te ontdoen van een illegaal pamflet dat hij op zak heeft. Het is een van de vele de nacht daarvoor uit een geallieerd vliegtuig geworpen krantjes ter informatie en bemoediging van de Nederlandse bevolking.
De pastorie en in het bijzonder de studeerkamer worden doorzocht, zonder dat er belastend materiaal gevonden wordt. Later blijkt dat er wel een envelop met een grote som geld verdwenen is. Gelegenheid tot afscheid nemen van vrouw en kinderen is er niet. Zij proberen meteen na zijn vertrek uit huis hem de kans te bieden te ontsnappen en willen de banden leksteken van de auto waarmee hij wordt weggebracht. Maar de auto staat enkele kilometers van hun huis en het is donker. Mevrouw Hettinga en zoons hebben geen kans hun wanhoopsplan uit te voeren. Een reis naar het Huis van Bewaring in Groningen volgt, waar hij laat op de avond wordt ingesloten.
Een van de illegale contacten van Hettinga was opgepakt. Bij een zwaar verhoor van deze verzetscollega worden zijn eveneens gearresteerde vrouw en enige zoon in zijn bijzijn mishandeld, waarna hij de naam van Hettinga noemt. Daarna wordt een val voor hem opgezet met de boekverkoper, een met de Duitsers collaborerende Nederlander.
De volgende dag, de tweede donderdag van de maand, heeft de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk in Hasselt de reguliere vergadering. In de notulen van die vergadering staat “Tot onze droefheid moet onze kerkeraad constateren dat onze Preases ds. J. Hettinga ons is ontnomen niet door ziekte of ongeval, maar door gevangenneming van de bezettende macht. Sterke de Heere hem en de zijnen in deze moeilijke omstandigheden.”
Huis van Bewaring
Hettinga is zich intussen bewust van de ernst van zijn situatie. Door het fysieke geweld dat tegen hem gebruikt wordt bij het verhoor de volgende morgen en door wat zijn ondervragers allemaal blijken te weten. Hij voorziet gefusilleerd te worden, maakt een zware tijd door en vindt kracht in het geloof.
De dreiging zijn leven te verliezen brengt hem tot het simuleren van psychische gestoordheid, waarover hij lang geleden gelezen heeft.
Na uitvoering van een zelfbedacht programma, waarbij hij iedere dag depressiever gedrag vertoont, komt na ongeveer een week op een ochtend een uitbarsting. Daarbij gooit hij alle ruiten van de cel kapot, smijt met de inktpot en gooit met alles wat voorhanden is, terwijl hij in het Duits teksten brult. Snel daarna wordt hij in een isoleercel gezet en onderzocht door de gevangenisarts. Die concludeert dat hij gestoord is en laat hem opnemen in de psychiatrische kliniek van het academisch ziekenhuis van Groningen.
Hettinga ziet de overplaatsing naar de kliniek als kroon op zijn toneelspel. Nu hebben zijn verzetsvrienden de kans hem te bevrijden. Zijn familie mag enkele dagen na zijn opname bij hem op bezoek komen. Hettinga heeft dan al kans gezien via een van de verpleegsters een revolver te kopen. Zijn familie neemt het wapen mee naar Hasselt.
De dag voordat Hettinga door zijn verzetsvrienden bevrijd zal worden verraadt een verpleegster hem en wordt hij teruggebracht naar het Huis van Bewaring.
Bijna drie weken heeft hij doorgebracht in de Psychiatrisch-Neurologische Kliniek. Daar is hij “behandeld” door prof dr W.M. van der Scheer, met wie hij de situatie besprak en die tegen Hettinga zei “U heeft er wel aanleg voor, zet maar door!”
Dennenoord
Terug in de cel in het Huis van Bewaring volgt hij dit advies met succes op. Al na een dag of drie, op 7 november 1942 wordt Hettinga overgebracht naar Psychiatrisch Ziekenhuis Dennenoord in Zuidlaren, tussen Groningen en Assen.
Daarmee komt hij niet op onbekend terrein. Hij heeft daar vrienden, onder wie dokter J Speelman, een verzetsrelatie via zijn neef Thies Jan Jansen. Bovendien heeft hij daar, vermoedelijk op doorreis, weleens een nacht doorgebracht in een op het terrein aanwezige schuilplaats bij de dienstwoning van het hoofd van de technische dienst WM ten Haaf.
Hettinga wordt ondergebracht in het mannenpaviljoen 3, en na een paar weken zit hij alweer volop in het illegale werk. Een deel van zijn tijd brengt hij door als patiënt. Een ander deel is hij de geestelijk verzorger van de geleidelijk in aantal toenemende onderduikers. In september 1944 wel meer dan 30 personen, in de ondergrondse schuilplaats het Wilhelmina-huis.
Zijn activiteiten bestaan uit predikantswerkzaamheden als preken, bijbelstudie en catechisatie geven. Daarnaast zet hij zich in voor afleiding en ontspanning voor de veelal jonge onderduikers. Zo wordt er wat geknutseld en worden er kleine gebruiksvoorwerpen gemaakt.
Hettinga gaat zelf nog eens zeilen op het Zuidlaardermeer.
Toneelspel
Tijdens zijn verblijf in de psychiatrische inrichting wordt Hettinga een aantal keren gecontroleerd door de Duitsers. Zodra die aankomen bij de hoofdingang wordt hun komst doorgebeld, kleedt Hettinga zich uit en gaat snel in een van de isoleerkamers liggen, die afgesloten wordt. De arts die de Duitse controleurs de patiënt moet laten zien wil hen de sleutel geven, maar zegt zelf niet naar binnen te gaan omdat Hettinga in een depressie verkeert en tot alles in staat is. Mede door de angst van de controleurs voor besmetting door de tbc-patiënten die in hetzelfde paviljoen verpleegd worden, zien ze af van verdere controle en vertrekken.
Ook familieleden met nazisympathieën die andere patiënten bezoeken vormen een gevaar. Als iemand Hettinga herkent van zijn opname in het ziekenhuis in Groningen zet hij zijn toneelspel weer in. Nu als iemand die zijn geheugen verloren heeft en geen idee heeft van eerdere ontmoetingen. De bezoeker vertelt aan andere patiënten dat Hettinga zich schuil houdt. Een verpleegster informeert Hettinga daarover, wat hem dwingt enkele dagen later opnieuw een situatie in scene te zetten.
Hij gaat ’s nachts naar het toilet en bij terugkomst op de slaapzaal beschuldigt hij met veel rumoer en stelligheid dat de patiënt die hem verdenkt zich schuil te houden op Dennenoord, in zijn bed ligt. De verpleegsters spelen mee, kalmeren Hettinga en nemen hem onder hun hoede. De patiënt is er nu van overtuigd dat Hettinga verre van normaal is.
Iemand die het geheel doorziet en aan de goed kant staat zegt: “Als de oorlog over is, is de dominee beter”.
Arrestatie Willemina Smid
Gelukkig is Hettinga niet geheel zonder contact met zijn familie. Er worden over en weer brieven geschreven en soms is er gelegenheid hem te bezoeken op Dennenoord.
Eind juli 1943 krijgt hij een grote schok te verwerken als hij hoort dat zijn vrouw Willemina Smid door een infiltrant in de verzetsgroep waarin zij actief is wordt verraden. De negentienjarige dochter Betty, oudste van de kinderen, neemt de leiding in het gezin op zich en probeert voor moeder en broers te doen wat ze kan. Met haar jongste broers komt ze naar verloop van tijd naar Dennenoord en helpt in de huishouding van het gezin van dokter Speelman.
Eindfase
De laatste maanden van de oorlog wordt het op Dennenoord en in Zuidlaren nogal turbulent. De bevrijding komt in zicht, het optreden van de Duitsers wordt bepaald niet milder en op Dennenoord worden paviljoens gevorderd. Eind september 1944 voor de vestiging van onder andere de Ortskommandantur. In de tweede helft van februari en de eerste helft van maart 1945 wordt Dennenoord verplicht ontruimd om door de Duitsers bijna geheel in bezit genomen te worden voor de vestiging van een Kriegslazarett.
Patiënten worden opgevangen in andere plaatsen, zoals Franeker. Een deel van de patiënten, onder wie Hettinga, wordt in Zuidlaren en omgeving bij personeelsleden in huis opgenomen.
Bevrijding
Op vrijdag 13 april wordt Zuidlaren bevrijd, een deel van het gezin wordt herenigd en gaat al spoedig terug naar Hasselt.
Hettinga pakt de draad van zijn werkzaamheden al snel weer op. Op 30 april wordt de verjaardag van prinses Juliana gevierd. Met beperkte feestvreugde, omdat nog niet heel Nederland is bevrijd. Hettinga is daarbij een á twee weken na zijn terugkeer een van de sprekers bij het avondconcert van “Hasselt’s Fanfare” op De Markt.
Het duurt dan nog anderhalve maand voor mevrouw Hettinga weer thuis is. Ze is op 9 mei bevrijd door Russische troepen. Via Zwitserland en Parijs komt ze met veel tussenstops en oponthoud in Hasselt.
Hartelijke dank
Begin juli, een week of twee, drie na hereniging van het gezin, wordt Hettinga door het Militair Gezag gevraagd naar Duitsland te gaan voor de geestelijke verzorging van (zieke) Nederlanders die daar nog zijn. Hettinga organiseert, doet een oproep in Trouw namen en verdere gegevens van vermisten door te geven, en gaat.
Maar voor zijn vertrek wordt op 20 juli in Trouw een korte advertentie geplaatst:
“Onze hartelijke dank aan hen die van hun belangstelling blijk gaven bij ons aller voorspoedige terugkeer. Ds. Mevr. HETTINGA en kinderen, Hasselt”
Summum van illegaliteit
Op 4 januari 1946 plaatst het Friesch Dagblad een artikel onder de kop “De kerken in 1945”. Het onderdeel over de gereformeerde kerken (onderhoudende art 31) wordt afgesloten met enkele personalia. De slotzin daarvan luidt: “En ds J Hettinga uit Hasselt was in dezen kring wel het summum van illegaliteit!”.
Hettinga heeft officieel één voornaam: Jochem. Toch wordt hij vaak -ook min of meer officieel- aangeduid met JF Hettinga: Jochem Folkerts(zoon).
Bij zijn verzetsactiviteiten vóór zijn arrestatie in oktober 1942 is zijn naam Henk de Waal.
In zijn Zuidlaarder tijd is hij voor de onderduikers en verzetsmensen ds Folkerts of Jo Folkerts uit Enschede. Ook signeert hij in en na de oorlog zijn schilderijen met Jo Folkerts.
Naast ds Hettinga zijn ook zijn vrouw en kinderen actief in het verzet.
Mw Hettinga-Smid wordt eind juli 1943 gearresteerd en verblijft in het Huis van Bewaring in Groningen, kamp Vught, een gevangenis in Utrecht en Duitse kampen. Haar ervaringen verdienen een apart onderzoek en artikel.
Op 16 juni 1945 is het gezin Hettinga voor het eerst weer compleet.
Van de familie Hettinga worden in 1983 naast de ouders, de dochter en de oudste drie zonen met het Verzetsherdenkingskruis geëerd.
Bronnen
Archief Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt Hasselt (met hartelijke dank aan de heer J Gerrits)
Familiearchief Beukema
Familiearchief Molenaar
Groninger Archieven
Historisch Centrum Overijssel, Zwolle
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, delpher
Lentis Erfgoed, Zuidlaren
Nationaal Archief, Den Haag
Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen
Hoe Groningen streed
Hovingh, GC, Overzicht van predikanten die Joden hielpen
Jongste, Anke, De laatste brieven van Thies Jan Jansen
Woude-Hettinga, Betty van der, Een pastorie in weer en wind
Nederlands Dagblad
Oostermoer-Noordenveld, Zuidlaren
The Pella Chronicle, Iwona, USA
Trouw