Jochem Hettinga, gereformeerd predikant in Hasselt van 1929-1946, onderkent al in de dertiger jaren de geest van het nationaalsocialisme en steekt dat niet onder stoelen of banken. Ook niet op de preekstoel de eerste zondag nadat de Duitse troepen Nederland binnenvallen. Geleidelijk ontstaat naast het geestelijke verzet ook deelname aan het praktische verzet, dat in oktober 1942 tot zijn arrestatie leidt. Al snel nadat hij in het Huis van Bewaring in Groningen is vastgezet simuleert hij psychisch gestoord te zijn, waardoor hij in een psychiatrische inrichting terecht komt in plaats van voor het vuurpeloton.
Over ds Hettinga in de Tweede Wereldoorlog is in de loop der jaren wel eens wat geschreven, en uitgebreid door zijn dochter Betty van der Woude-Hettinga in “Een pastorie in weer en wind”, dat in 2008 verscheen. Daarin vond ik onder andere een connectie met de onderduiktijd van mijn vader in Zuidlaren en ontdekte al onderzoekend dat nog niet het hele verhaal van ds Hettinga bekend is.
Nieuwe bronnen maken, in aanvulling op eerder bekende gegevens, een reconstructie over zijn oorlogsjaren mogelijk.

Na de Duitse inval laat ds Hettinga in de
kerkdienst o.a. Psalm 79 vers 1 zingen:
“Getrouwe God, de heiden’n zijn gekomen.
Zij hebben stout uw erfland ingenomen (…)”
Betrokken bij het vroege verzet in Groningen
In de morgen van woensdag 26 november 1941 worden twee jonge mannen gearresteerd in de stad Groningen: de 23-jarige Willem Klaver (schuilnaam Christiaan van der Linden), in restaurant Willems aan de Heerestraat, en de 26-jarige Ger Boerma, op kantoor bij Gemeentewerken aan het Zuiderdiep.
Beiden zijn gewapend bij hun arrestatie en zitten mede daardoor meteen fors in de problemen, ook al omdat Klaver onderweg naar het Huis van Bewaring een ontsnappingspoging doet door voor een rijdende tram te springen.
Het bericht van hun gevangenneming bereikt Hettinga de volgende dag. Hij neemt in de weken daarna deel aan intensief overleg, waarvan de conclusie is dat de beide jongemannen bevrijd moeten worden. Hun levens lopen ernstig gevaar. Bovendien bestaat het risico dat zij bij verhoren -onder druk- namen van anderen zullen prijsgeven.
Laat in de avond van maandag 5 januari 1942 worden de beide gevangen mannen op spectaculaire wijze bevrijd en elk naar een onderduikadres gebracht. Klaver bij Thies Jan Jansen in Weiwerd en Boerma bij de schoonmoeder van Jansen in Garrelsweer.
Jansen is een neef van de familie Hettinga, en daar moet het verband met de betrokkenheid van Hettinga bij de verzetsactiviteiten in het noorden van het land dan ook gevonden worden.
De bevrijde mannen staan nu gesignaleerd en zijn daarom uitgeschakeld voor verzetswerk, in ieder geval in de provincie Groningen. Ook bij het vinden van een oplossing voor vertrek uit Nederland van een van beiden, is Hettinga betrokken. Zijn rol hier in Groningen moet vooral geduid worden als een van geestelijk en praktisch raadsman. Zelf beschouwde Hettinga deze gebeurtenissen als zijn intrede in het verzet.
Gesprek
Rond de boerderij van neef Jansen worden in de maanden daarna, waarschijnlijk door een NSB-er uit de buurt, onbekende mannen gesignaleerd. Dit leidt eind mei 1942 tot een overval op de boerderij, waarbij Jansen door het doortastende optreden van zijn vrouw Imke aan arrestatie weet te ontkomen.
Nu is de wijde omgeving ook voor boer Jansen gevaarlijk terrein geworden en hij besluit vanaf nu al zijn tijd aan het verzet te geven. Thies Jan Jansen reist naar Hasselt en spreekt uitgebreid met Hettinga en zijn vrouw. In een lang gesprek komen ze tot de overtuiging dat verzet tegen de Duitsers een plicht voor iedere christen is. Dit is het volgende moment waarop het verzetswerk van ds Hettinga en zijn vrouw geïntensiveerd wordt.

(The Pella Chronicle, 4 juli 1946)
In verzet
De pastorie in Hasselt begint intussen meer op een hotel te lijken. Het is een komen en gaan van mensen. De luchtbedden die de Hettinga’s als actief kampeerders hebben, doen goede dienst. De dagen bestaan uit illegale werkzaamheden overdag en kerkelijk werk ’s avonds en ’s nachts. Of andersom, als dat nodig is.
Er wordt vanuit de pastorie een scala aan activiteiten ondernomen: distributie van illegale bladen, het werven van contactpersonen, het regelen van onderduikadressen voor verzetsmensen en Joden etc.
Veel van deze activiteiten vinden in de wijde regio van Hasselt plaats, waarbij honderden kilometers in de week op de fiets door Hettinga worden afgelegd.
Voor deze werkzaamheden is hij actief onder de schuilnaam Henk de Waal, zoals ook op zijn valse persoonsbewijs vermeld staat.
Raadsman in Groningen
Toch is het medio 1942 niet voor het eerst dat Hettinga zich bedient van de naam De Waal. Eind 1940 en begin 1941 wordt in de drie noordelijke provincies onder leiding van de 52-jarige archeoloog en oud-beroepsofficier Ch.G.E. Ubbens uit Groningen de Ordedienst opgericht, waarvan het Algemeen Hoofdkwartier in die tijd in Den Haag is gevestigd. Na verraad door een Groninger reserveofficier worden in april 1941 ongeveer 15 man gearresteerd en vastgezet in de Deutsche Polizeigefängnis in Scheveningen, die al vroeg in de oorlog bekend komt te staan als het Oranjehotel.
Neef Thies Jan Jansen is ook betrokken bij het prille verzet, maar behoort niet tot de mannen die gearresteerd worden. Een van de gearresteerden, M.J. van Til uit Middelstum, directeur van een verzekeringsmaatschappij, wordt eind juli 1941 onverwacht vrijgelaten, waarschijnlijk in verband met gebrek aan bewijs. Jansen, die ook als koerier verbinding onderhoudt met het hoofdkwartier, heeft de organisatie in Groningen na de arrestatiegolf zo goed mogelijk voortgezet. Nu Van Til voorlopig als enige weer op vrije voeten is, wordt hij na betrekkelijk korte tijd van verschillende kanten benaderd om de functie van gewestelijk commandant op zich te nemen. Van Til aarzelt. Hij heeft drie maanden in de gevangenis gezeten, wordt mogelijk nog in de gaten gehouden en hoorde op de dag van zijn terugkomst uit Scheveningen dat zijn vrouw de dag daarvoor aan een beroerte is overleden.
Van Til is pas bereid de functie van gewestelijk commandant Groningen op zich te nemen na diverse gesprekken met ds Hettinga, die hij kent onder zijn schuilnaam De Waal. Ook landelijk koerier van de Ordedienst Chris Navis, een 2e luitenant van het KNIL van midden twintig -die zich Doelman en later Van Doorn noemt- maakt melding van een gesprek met Jansen en een dominee die erg goed op de hoogte is van de illegaliteit in Groningen. Pas daarna wordt hij in contact gebracht werd met Van Til, die de militair-organisatorische leiding heeft.
Trouw
Veel weidt Hettinga in de jaren na de oorlog niet uit over zijn illegale werk in Hasselt en omgeving. Wel is bekend dat hij onder andere samenwerkte met de lokale verzetsgroep “Je maintiendrai” in Vledder en ds J.D. van Ginhoven, een eveneens praktisch ingestelde en ondernemende man.
Al in 1940 is het verzetsblad Vrij Nederland ontstaan, waarvan Wim Speelman een van de oprichters is. De verloofde van Wim Speelman, Mien Bouwman, is familie van Thies Jan Jansen, de neef van Hettinga.
In de loop van 1942 ontstaan er spanningen binnen Vrij Nederland over de organisatie en koers, waarbij hoofd van de verspreiding Speelman en hoofdredacteur Henk van Randwijk sterk van mening verschillen. Speelman, Jansen en Hettinga overleggen samen over de mogelijkheden van een nieuw verzetsblad.
Jansen en Speelman worden op 9 december op een vergadering in het Parkhotel in Amsterdam na verraad gearresteerd, maar Speelman weet eind december te ontsnappen uit de gevangenis in Haaren (Noord-Brabant) en zet meteen daarna zijn werk voort. Dit leidt in februari 1943 tot de Oranjebode, ter gelegenheid van de geboorte van prinses Margriet. Daarna verschijnt het onder de naam Trouw, waarvan Hettinga zich als een van de oprichters beschouwt.

(delpher.nl)
Jochem Hettinga wordt geboren op 24 maart 1898 in Amsterdam en verhuist op jonge leeftijd naar Friesland. In 1918 gaat het gereformeerde gezin in Kampen wonen in verband met Jochems studie aan de Theologische Hogeschool. Hij is een half jaar hulpprediker in Scheemda. Op 10 juni 1923 wordt Hettinga bevestigd tot predikant in Wyckel en Balk, in Gaasterland, Friesland. Eerder die maand trouwt hij met Willemina Smid, geboren 17 maart 1902. Zij krijgen in de periode 1924-1932 zes kinderen: na een dochter en vijf zonen, onder wie een tweeling.
Vanaf 1929 is ds Hettinga predikant in Hasselt, waar hij enkele weken na zijn terugkeer uit Zuidlaren in april 1945 Gereformeerd Vrijgemaakt wordt. Najaar 1946 neemt hij een beroep aan naar Harlingen, waar hij op 1 januari 1964 ook met emeritaat gaat.
Naast zijn predikantschap is hij maatschappelijk actief en graag creatief bezig.
Hettinga overlijdt in 1976 op 78-jarige leeftijd in Harlingen.
Foto homepage: muur met stadswapen Hasselt (eigen collectie)